Lees

Hé, wie fluistert daar?

Het is vandaag Wereld Downsyndroom Dag. Muriël heeft een dochter met het Syndroom van Down. Haar dochter is inmiddels tien jaar oud. Ze blikt op deze speciale dag terug op tien jaar geleden.

Na 42 weken en een dag wordt Ella geboren. Ons eerste kind. Ze heeft een klein, lief en rond gezichtje, huilt uitbundig en haar ogen staan een beetje scheef. Ze voelt slap. Haar lijfje kleurt blauw. Meteen wordt ze bij me weggepakt en krijgt ze extra zuurstof.

Ik zie het meteen.

Dus toch.

De verloskundige bevestigt mijn vermoeden: “Downsyndroom zou goed kunnen. Maaar, zekerheid krijg je via bloedonderzoek.”

Mijn hele zwangerschap voelde raar, anders, zorgelijk ook. Continu had ik buikpijn en was ik gespannen. Als mensen zeiden: “Wat leuk! Je bent zwanger, hoe ver? Gaat alles goed?” antwoordde ik herhaaldelijk: “Ik hoop het.” “Ah, tuurlijk wel! Eerste kindje toch?” was vaak de strekking van hun reactie.

Tegelijkertijd was er het besef van zwangerschapskwaaltjes die erbij horen en angstig zijn voor het onbekende ook. Bovendien, dit was de eerste keer, dus, wat wíst ik eigenlijk?
Niets wees op raar, anders of zorgelijk. De controles waren goed: de groei ging volgens de curves, het vruchtwater was op peil en mijn bloedwaarde checkte op orde.

Bij de medische 20 weken echo zag ons mini-meisje er prima uit.

Bij de medische 20 weken echo zag ons mini-meisje er prima uit. Haar hoofd was kleiner dan gemiddeld, maar dat kon bijtrekken. “Geen reden tot zorg” aldus de gynaecoloog. Een klein hoofd? Als baby had ik juist een joekel. Mijn eerste gedachte: kinderen met Downsyndroom hebben toch een klein hoofd?

Tien weken later was er een spontane 3D-echo. De echoscopist was uitgesproken: “Wat een mooi kind! Wauw!! Die lippen, wat vol!!! Ik zie heel veel kinderen op de echo en zo’n mooi kindje zie ik ECHT niet vaak!!!!”  Mijn gewaarwording werd gesust. Want, zag ik niet amandelvormige ogen en een gezichtje van een kindje met Down?

Zeven weken later. Weer een teken. Irregulaire cortonen werden vastgesteld, haar hart klopte te onregelmatig. Weer geruststellende woorden: “Dit komt vaker voor en lost zich meestal in de eerste levensmaanden op”. Hadden kinderen met Downsyndroom niet meestal hartproblemen?

Iedere keer opnieuw, die eerste associatie, diezelfde ingeving, gelinkt aan die ene zo kenmerkende chromosoomafwijking. Bloedonderzoek na de geboorte bevestigde inderdaad Downsyndroom. 

Nu weet ik, nee, nu voel ik, dat de spanning die ik ervaarde niet alleen kwam door deze eerste keer. Mijn instinct wilde mij bereiken. Mijn intuïtie fluisterde. Zachtjes, keer op keer. Zij werd overschreeuwd door anderen, medische checks en mijn hoofd.

Met de geboorte van mijn dochter, nu tien jaar geleden, sta ik op Wereld Downsyndroomdag stil met een cadeau dat ik óók kreeg: het besef om meer te luisteren naar mijn intuïtie.

Wie is Muriël?

Muriël is freelance projectleider binnen de cultuursector en het sociale domein. Ze woont samen met haar vriend en hun 3 kinderen, 2 zoons van 5 en 8 jaar en een dochter van 10 jaar. Dochter Ella heeft het Syndroom van Down en daarover gaan haar blogs. 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter