Sanne is moeder van Lieve en Pepijn. En ze is er maar druk mee.
Het schooljaar is nog maar amper begonnen en de klassenapps stromen alweer vol. Doe nog even een luizencheck voor ze weer naar school gaan, passen de gymschoenen nog, groep vijf heeft dit jaar op maandag gym dus gymtassen mee, zet onderstaande schoonmaakdata meteen in je agenda en is er nog iemand die tweehonderd pannenkoeken kan bakken binnenkort?
Tegelijk met de placenta, wordt ook het schuldgevoel geboren.
Tegelijk met de placenta, wordt ook het schuldgevoel geboren, las ik ooit ergens. En helpen op school: dat is mijn zwakke plek. Ik kan nooit. Echt nooit. Op woensdagmiddag ben ik vrij en mijn kinderen ook. En als ik vakantie heb, hebben mijn kinderen dat ook. In de zeven jaar dat mijn kinderen naar school gaan heb ik één keer geholpen met luizenpluizen. Hallo schuldgevoel!
Dus toen er vorige week hulp werd gezocht voor de eerste handwerkles op vrijdag en ik net een gaatje vrij had die dag, sprong ik er meteen op. ‘Ik kan wel helpen! Niet structureel helaas, maar deze vrijdag kan ik!’ Leuk, handwerken. Ik ben benieuwd waar ik mee mag helpen. Stukjes papier knippen, potloden slijpen of namen van de kinderen op een werkje zetten. Zin in!
Enthousiast sta ik bij het lokaal, samen met de moeder van Levi, die net als ik alleen deze week kan. De juf legt ons uit wat de kinderen deze week gaan doen: breien. Slik. Ik kan helemaal niet breien! Ik weet nog net een breipen van een borduurnaald te onderscheiden, maar verder kan ik niets. In de krochten van mijn brein zoek ik naar hoe het riedeltje ook alweer ging toen mijn moeder het me ooit poogde te leren: insteken, omdraaien, overhalen, af laten glijden. Was het zoiets? Maar wat moet ik waarin steken?
‘Kunnen jullie breien?’ vraagt de juf.
‘Kunnen jullie breien?’ vraagt de juf met een intonatie die suggereert dat we hier alleen bevestigend op mogen antwoorden. De moeder van Levi knikt. Ik schud m’n hoofd en trek een hoofd waarmee ik wil uitdrukken dat ik verder wel gezéllig ben, maar daar lijkt de juf geen boodschap aan te hebben. Ik positioneer mezelf snel achter een enorme mand met bolletjes wol in de hoop dat ik dan tenminste iets kan aangeven.
Als de kinderen binnenkomen, steken ze routineus de breipennen onder hun oksels en beginnen te kletsen en te tikken. Ik ben onder de indruk dat ze na zes weken nog precies weten hoe het moet. Alhoewel, Sam kijkt ongelukkig naar z’n breipennen en bolletje wol. Dan kijkt hij naar mij. ‘Ik weet niet hoe ik moet beginnen,’ piept hij. Ik kijk alsof ik net iets zuurs heb doorgeslikt. ‘Ik ook niet,’ piep ik terug.
Als na ruim drie kwartier het lokaaltje weer leeg is, hebben de moeder van Levi en de juf de benen uit hun lijf gerend en heb ik alleen maar een paar kinderen van hun werk afgehouden.
‘Dit was de enige keer dat je kwam helpen, toch?’ checkt de juf nog even bij mij.
‘Ja,’ zucht ik.
Hallo schuldgevoel. Insteken en van je af laten glijden.
Geen reacties