Sanne is moeder van Lieve en Pepijn. En ze is er maar druk mee.
Dat ik thuis aan het werk ben, verrast mijn tienerdochter als ze binnen stapt. ‘Ik dacht dat er niemand thuis zou zijn,’ begroet ze me. Het ongenoegen in haar stem nauwelijks verhullend. Ze gaat met haar vriendin koekjes bakken in de keuken. Ik zit aan de keukentafel te werken en ga me er natuurlijk mee bemoeien, zie ik haar denken. ‘Maar ik ben er toch! Gezellig hè?’ zeg ik op overdreven vrolijke toon. Ze zucht.
Ze gaan gestaag en zelfstandig te werk. Er wordt een pak bakmix uit de kast getrokken (ik wist niet dat dat er nog lag), er wordt afgewogen (nee, ik hoef niet te helpen) en de oven wordt voorverwarmd (‘ik wil alleen maar weten of we een heteluchtoven hebben’).
Was het niet pas gisteren dat we dit samen deden?
Was het niet pas gisteren dat we dit samen deden? De woensdagmiddagen waarbij ik van tevoren had bedacht dat koekjes bakken wel een gezellige moeder-dochteractiviteit zou zijn, maar die toch vaak ontaardden in bloem op de vloer, boter aan de kraan en frustratie bij mij. Mijn melancholische inborst heeft in de afgelopen jaren zorgvuldig een nostalgisch filter over die herinnering heen gedrapeerd zodat ik me nu alleen nog haar schattige schortje herinner en voor me zie hoe ze op een stoeltje voor de oven ging zitten wachten tot de koekjes klaar waren en we ze samen opaten.
Nu is er geen sprake van bloem op de vloer of boter aan de kraan. En frustratie zie ik ook niet. Ze kletsen vrolijk over de kinderen in hun klas. De boter wordt netjes terug in de koelkast gelegd, ‘mam, er waren wel drie pakjes boter open, ik heb er twee opgemaakt, dus het ziet er weer netter uit’. De deegkom wordt in de vaatwasser gezet, ‘mam, kunnen die vormpjes ook in de vaatwasser?’ En daarna ploffen ze op de bank om te wachten tot de koekjes klaar zijn.
Ik kijk naar de meiden en naar hoe groot ze zijn.
Na een kwartier vult de keuken zich met de zoete geur van versgebakken koekjes. Ze wachten tot de timer gaat, grinniken om de koekjes die zijn samengesmolten tot één grote plak koek en halen de bakplaat uit de oven. Ik kijk naar de meiden en naar hoe groot ze zijn. Hoe ze staan te giechelen, een stukje koek afbreken en hun baksel keuren. ‘Goed gelukt!’ concluderen ze. Ik kijk naar de meiden en denk: klopt.
Geen reacties