Lees

Gezellig

Sanne is moeder van Lieve en Pepijn. En ze is er maar druk mee.

‘Kan ik spelen?’
Het is het eerste wat hij vraagt als hij met rode wangetjes het schoolgebouw uitloopt. 
‘Hoi lieve moeder,’ speel ik overdreven, ‘heb je een fijne dag gehad?’  
‘O ja, hoi! Tobias en ik willen spelen. Kan het bij ons?’  
‘Ja hoor, gezellig!’  

Ik hoor het mezelf zeggen: ‘gezellig’. Gezellig? Ik vind het helemaal niet gezellig. Dat denk ik wel steeds. Dat het gezellig wordt. Iedere keer zie ik weer voor me hoe het zou moeten gaan. Met een kinderschare die achter me aan fietst en die ik als een soort moeder gans de weg mag wijzen. Met een volle tafel en grapjes maken met je mond vol hagelslag. Met lachende kinderen die samen een potje voetballen. De zon schijnt, ik haal met een wapperende rok een plaat dampende koekjes uit de oven en we zijn gelukkig.

‘Bij mij thuis mag je met je vinger langs je mes en dan aflikken!’

Zo gaat het niet. Er worden tassen neergegooid, jassen van zich af gesmeten en in plaats van een rustige, leidende moeder gans ben ik een zwoegende moeder pakezel.  
Aan tafel kan ik me alleen maar ergeren aan hoe het ene kind als een soort koning Arthur z’n mes met boter en kruimels uit de jampot trekt. En aan hoe er wordt gesmakt, geslurpt en met open mond gekauwd. Ik ga af en toe van tafel om even met m’n hoofd tegen een muur aan te bonken, maar je moet toch weer terug. Richt je op je ademhaling, zeg ik tegen mezelf.  
‘Bij mij thuis mag je met je vinger langs je mes en dan aflikken!’ zegt het andere kind.  
‘Hier niet,’ zeg ik.  

Als ze van tafel gaan en alleen mijn kinderen hun bord netjes in de keuken zetten, begint de speelgoedtornado. De Monopolydoos wordt uit de kast getrokken. ‘Ik mag ’t hondje, want ik ben de gast!’ Daarna de Lego. ‘Ik heb veel coolere Lego.’ En daarna wordt er een hut gebouwd. ‘Ik ga echt niet opruimen.’

‘Kom, ik heb limonade en iets lekkers voor jullie,’ roep ik monter. ‘En daarna lekker even buiten spelen. Wel graag hier in de buurt blijven, want je wordt zo opgehaald.’
De bulldozers vertrekken naar buiten. Nog een half uurtje en dan staat de moeder voor de deur.

‘Was het gezellig?’ vraagt ze.
‘Heel gezellig!’ zeg ik.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter