Baby, Lees

Freek Vonk bij het consultatiebureau

De snotvlekken op mijn schenen die Pepijn daar achterliet toen hij zijn neus afveegde aan mijn panty, kan ik met m’n hoge laarzen prima aan het zicht onttrekken. De enorme vlek op het shirt van Lieve wordt verdoezeld door haar vestje en de jengelige vermoeidheid van Pepijn kan ik met een strategisch aangeboden rijstwafel nog even onderdrukken. Als we dan ook nog met de fiets gaan, lever ik straks twee fris ogende kinderen af met blozend rode wangen. Consultatiebureau got nothing on me!

Ik vind het nooit zo erg, die bezoekjes. Het negatieve beeld van het door sommigen consequent consternatiebureau genoemde instituut herken ik niet. Het michelinmannetje is een amateur vergeleken met de kneepjes die mijn baby’s hadden, maar nog nooit ben ik doorgezaagd over hun voedingspatroon. De kans dat ik ’s ochtends opsta met perfect gecoiffeerd haar en vervolgens op mijn glitterende eenhoorn naar mijn werk galoppeer is groter dan dat ik acht uur achter elkaar slaap, maar nooit kreeg ik tips als ‘laat ze gewoon huilen’. Er is altijd een luisterend oor en er wordt met me mee gedacht, waarbij ze rekening houden met wie ze voor zich hebben.

De enige voor wie ik soms een beetje zenuwachtig ben, is Freek Vonk. Die werkt namelijk bij mijn consultatiebureau. Nee, niet de echte natuurlijk. En ook niet een arts die qua looks op de adhd-bioloog lijkt, maar wel een arts die mijn kinderen altijd met een freekvonkiaans enthousiasme tegemoet treedt.

Mijn zoon staat aan een tafeltje de constructie van ijzerdraad en kralen vakkundig te molesteren en zodra Freek Vonk de deur van zijn spreekkamer geopend heeft en mijn zoon in het vizier heeft, is het raak.

“Kijk nou! Kijk nou! Wat mooi! Wat ontzettend mooi! Die wil wel, hè? Wat een ontdekkingsdrift! Wat een nieuwsgierigheid! Mooi hè, mooi hè? Wauw! Ik heb zo’n gaaf beroep!”

Dat je zo reageert als je eindelijk de zeldzame geelgestreepte platvoethagedis hebt gevonden, kan ik best begrijpen, maar deze dokter ziet toch de hele dag door kinderen?

Alhoewel. Ik heb natuurlijk wel een gevlekte spekarmige snotbaby! Een zeldzaam exemplaar! Ik zal ‘m goed verzorgen.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter