Lees

Lessen in lenen

Inge is getrouwd en moeder van een zoon van twaalf en een dochter van zes. Wat ze als weerbaarheidstrainer aan kinderen en hun ouders probeert mee te geven, vergeet ze zelf nogal eens toe te passen.

Tussen mijn zesjarige dochter en haar vriendinnen is het een over en weer van spulletjes, frutseltjes, haarbanden, knuffels en unicornpoppetjes met super grote ogen. Die ze, dan wel van elkaar mogen lenen, dan wel mogen hebben. Elke dag zit er weer iets nieuws in Zora’s schooltas als ik haar pauzehap-bakjes er uit pak.
‘Wàààt? Dat heb ik gekregen van J.! Dat mocht ik hebben!’

En het valt me op dat Zora heel veel krijgt en mag lenen, maar als een vriendinnetje dan van háár iets wilt lenen of hebben, dat dat toch een stuk minder soepel verloopt.
De ‘Nee, je mag dat armbandje niet lenen! Dat is van mij!’ en ‘Nee, die heb ik net nieuw. Die mag jij niet’ buitelen tijdens een speeldate over elkaar heen . ‘Nee, ik wil het gewoon niet!’ Ik zie dat ze worstelt. Ze wil wel, maar het lukt haar niet. En dat uit ze door boos en narrig te doen.

Ik moet mezelf op de tong bijten om niet in te grijpen.

Eigenlijk wil ik haar haarfijn uitleggen dat het leven zo écht niet in elkaar zit. Dat ze niet alleen kan nemen, pakken en krijgen zonder daar iets voor terug te hoeven doen. Is ze nou helemaal betoeterd. Wel willen krijgen, maar niets teruggeven? Zo werkt het niet hoor.

En meestal houd ik wijs mijn mond.

’s Avonds in bed kan ik het toch niet laten erover te beginnen. Ik leg haar uit dat het ook heel fijn is om iets te geven aan een ander. Dat ze zeker wel blij mag zijn met haar spulletjes, maar dat het soms ook goed is om een ander blij te maken. Iets voor een ander te doen. Zonder iets terug te verwachten.

Daar moest ze even over nadenken, zei ze.

Ik merk dat ik belangrijk vind dat mijn dochter leert delen. Dat wat zij heeft, haar speelgoed, haar spulletjes, maar ook haar leven met lieve mensen om haar heen, haar veilige huis, leert delen met anderen. Dat we een beetje voor elkaar zorgen. Dat we iets liefs doen voor een ander die het moeilijk heeft. Dat we naar elkaar om kijken. Niet meteen oordelen, maar een luisterend oor bieden.

Ik realiseer me dat ik wel over háár oordeel. Alsof zij uit puur egoïsme haar spullen voor zichzelf wilt houden en dat ze nooit in staat zal zijn om te delen…

De volgende dag komt haar bestie spelen. Na wat gesteggel over wie er op de step en wie er op de spacescooter mag, draait mijn dochter zich bijna theatraal naar me om en roept over haar schouder: ‘Lief van mij hè, dat ze mijn step mag lenen?’



Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter