Lees

Doe eens wat minder je best

Het zinnetje bestaat in allerlei varianten. ‘Goed je best doen!’ is de meest simpele, gevolgd door ‘je kunt niet meer doen dan je best’, of ‘als je zo je best blijft doen, kom je er wel,’ of ‘een slecht rapport is niet erg, als je maar je best doet.’

Mijn nekharen gingen er lange tijd van overeind staan, al snapte ik niet waarom. Ik was toch juist een voorstander van je best doen? Sterker nog, ik ben er zelf heel goed in. Als meisje deed ik op school goed mijn best, ik rondde mijn studies keurig binnen de tijd af, in mijn stageverslagen was te lezen dat ik een harde werker was, als freelancer zette ik het liefst tien stappen teveel, dan wist ik tenminste zeker dat het goed genoeg was, en als dochter, zus en vriendin deed ik enorm mijn best om iedereen tevreden te houden.

Tot ik moeder werd en het ineens niet meer werkte, mijn best doen. Wat ik ook probeerde, mijn oudste bleef huilen. Het gaf me het gevoel dat ik het niet goed deed. Moest ik nog meer met hem rondlopen? Nog meer Googelen op huilbaby’s? Naar de homeopaat? Andere melk? Andere slaapzak? Andere liedjes zingen? Meer buiten wandelen? Het hielp allemaal niks. Achteraf kan ik zeggen dat ik vooral een ding had moeten doen: minder mijn best. Ik had achterover moeten leunen en zeggen: help me. Ik weet het niet meer.

Toen mijn huilbaby opgroeide bleek hij ongeduld moeiteloos te mixen met luiheid. Alles wat hem niet interesseerde, raffelde hij af. Spreekbeurten, boekbesprekingen, de tafels, werkwoordspelling. Het leverde hem preken van mij op en het predicaat slechte werkhouding op school.

‘Waarom zou ik hard werken voor iets waar ik het nut niet van inzie?’ vroeg hij eens.

‘Omdat je sommige dingen nou eenmaal moet leren,’ antwoordde ik.

Daar dacht hij even over na. ‘Maar dan hoef ik het toch niet zo goed mogelijk te doen?’

Toen zijn zusje uit zichzelf, met veel ijver en geduld vorig jaar haar eerste boekbespreking maakte en er een goed voor scoorde, vervulde me dat met een warm gevoel van trots. En snapte ik waar mijn nekharen van overeind gingen staan. Ja ze deed haar best omdat ze het leuk vond om te doen, en tegelijk realiseerde ik me hoe dun de lijn is. Want je ook je best doen omdat je ergens aan wil voldoen. Omdat je je ouders en juf tevreden en trots wil maken. Straks wordt ze net zo’n pleaser als haar moeder dacht ik verschrikt.

‘Ik ben bang dat ik het niet kan,’ snikte ze laatst, de avond voor een rekentoets.

‘Doe gewoon eens niet zo je best morgen,’ zei ik. ‘Ook als je er niks van bakt is het helemaal goed.’

‘Doe eens wat minder je best.’ Ik ben het sindsdien ook vaak hardop tegen mezelf gaan zeggen en kan het iedereen aanraden. Zeg tegen je dochter (ja het zijn vaak meisjes) dat ze niet haar best hoeft te doen. Dat ze niet extra hoeft te oefenen. Dat ze goed is zoals ze is, dat de lat niet hoger hoeft. En als je toch bezig bent, zeg het ook tegen jezelf. Sterker nog, ik roep komende week uit tot ‘de-kantjes-eraf-loop-week.’ Een week niet stofzuigen, een enorme vuile was toren bouwen, elke dag pizza eten, een afspraak afzeggen, die presentatie wat minder goed voorbereiden, de klitten in je dochters haar laten zitten, je mail niet elk uur checken, appjes pas een dag later beantwoorden. Maak in plaats daarvan extra veel plezier. Speel verstoppertje, dans op Abba, doe een wedstrijd moppen tappen, huppel op weg naar school. Eens kijken hoe erg je daar je best voor moet doen.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter