Lees

Eelt

Sanne is moeder van Lieve en Pepijn. En ze is er maar druk mee.

Als ik het klaslokaal binnenkom, zie ik de dikke tranen al op Pepijns gezicht. Als kleine knikkertjes rollen ze langs z’n wangen naar beneden. Voor hem zit Julian, z’n beste vriend. Achter hem zit Mees, z’n andere beste vriend. Ze kijken bedrukt. Achter hen zitten hun moeders. Net zo bedrukt te kijken. De juf zei op het schoolplein dat ik maar even naar binnen moest, vanwege gedoe om een speelafspraakje.

‘Och schat, wat is er?’ vraag ik.
‘Hij had al met mij afgesproken!’ roept Pepijn beschuldigend. Hij huilt weer, z’n ademhaling zit hoog en hij struikelt over z’n woorden. Ik wenk hem bij me en hij doet hortend en stortend z’n verhaal. ‘Julian en ik zouden samen gaan spelen, maar toen ging Mees naar het zwembad en nu wil Julian mee en dat mag. Maar we kunnen niet met z’n drieën, want dat past niet op de fiets en nu vind ik het niet eerlijk, want wij hadden al afgesproken en afspraak is afspraak! En ik ben heel verdrietig! En, snik, ik weet nu niet, snik, hoe we het nou, snik, op moeten lossen!’
Ik voel hoe iemand een hand om mijn hart vat en het langzaam samenknijpt.
‘We hadden al afgesproken!’ zegt hij nog eens.
‘Ik ben niet hun moeder,’ zeg ik. ‘Ik kan dat niet tegen ze zeggen. Dat er al een afspraak was. Ik kan niet andere kinderen dwingen om met jou te spelen.’

Ik kan er niet naar kijken. Naar mijn zoon die afgedankt wordt.

Ik kan er niet naar kijken. Naar mijn zoon die afgedankt wordt en daar zo hartverscheurend verdrietig om is, maar nog minder naar de moeders die er al die tijd naast zaten, maar alleen bezig waren hun teennagels te bekijken. Die het verdriet van mijn kind zo goed kunnen negeren. Waarom staat de één niet op om te zeggen dat haar zoon al een afspraak had gemaakt? Dat het prima is om geen zin meer te hebben, maar dat je dan niet met iemand anders gaat spelen? Waarom besluit de ander niet dat het beter een andere keer kan? Kinderen doen dit soort dingen, maar als je er naast staat, dan grijp je toch in? 

‘Ik weet iets’, zegt Pepijn dan, ‘we gaan gewoon alle drie niet spelen. We maken een andere afspraak.’
Ik glimlach naar m’n jongetje, dat zo z’n best doet hier uit te komen. Ik knik. Natuurlijk doen we dat. Dit is voor niemand meer leuk.
Maar ik vind geen medestanders. Dan teemt één: ‘Een andere afspraak kan natuurlijk.’ Wordt het eerste deel nou gewoon genegeerd? Gaan ze nu echt met z’n tweeën lekker zwemmen?

Het is genoeg. Ik ga niet langer toekijken hoe mijn zoon het onderspit delft. Hoe ze gewoon zitten te wachten tot hij aftaait en zij een leuke middag kunnen hebben.
‘Ik neem je mee,’ zeg ik. ‘We gaan er samen een superdag van maken.’
Hij huilt de hele weg naar huis. Ik probeer mezelf voor te houden dat ik hem niet bij alle verdriet weg kan houden, dat een beetje eelt op je ziel goed is. Ik heb een beetje eelt op mijn moederhart nodig.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

1 Reactie

  • Reageer Elisabeth Maas 31 augustus 2022 at 13:13

    Ach gos wat verdrietig, hoop dat jullie samen een supermiddag hebben gehad ❤️

  • Laat je reactie achter