Lees

De vakantie-blauwdruk


Michelle
 is moeder van Amber (6) en Nova (2) en is getrouwd met Marcel.
Deze zomer maakte ze sinds lange tijd weer een verre reis met haar gezin.

We gingen weer, want het kon weer! Deze zomer hebben wij na lange tijd weer een verre reis gemaakt. Heel bijzonder en toch ook weer vertrouwd. Alsof er geen anderhalf jaar pandemie-gedoe tussen heeft gezeten. Hoe heerlijk en gezellig het ook was om vijf weken lang met z’n vieren door Costa Rica te trekken, werd het me ook weer eens pijnlijk duidelijk dat bepaalde patronen bij ons steeds terugkomen. Ik kan op elke reis een blauwdruk leggen, hoe strak de voorbereiding en mijn verzengende perfectionisme ook is:

1. We vergeten iets mee te nemen van huis
Ondanks de lijstjes die ik weken voor vertrek al koortsachtig begin, krijgen we dit áltijd voor elkaar. Zo kwam ik er een keer in het vliegtuig achter dat ik mijn bril die ik naast mijn lenzen draag in de badkamer had laten liggen. De hele vakantie heeft Marcel me dus ’s nachts naar de wc moeten begeleiden – ik heb min 9 – om te voorkomen dat ik op een schorpioen ging staan of erger.
Deze reis was het de reservespeen van onze tweejarige, waardoor we dus afhankelijk waren van dat ene kleine, snel zoekrakende speentje. Een paniekerig ‘waar is de speen?!’ was een dagelijks terugkerende uitspraak (want zie ook punt 5).

2. We hebben iets mee wat overbodig is
Ik denk dat we zéker de helft van de kleren na de vakantie ongebruikt in de kast hebben teruggelegd. En dan waren we al een keer in Costa Rica geweest, dus we wisten wat we gingen doen en hoe het klimaat daar is. Maar tóch weer die extra trui in die koffer, want stel je voor dat het ineens koud is en die andere trui vies. En tóch weer die extra jurkjes voor Amber, want misschien wil ze ineens geen broekjes en shirtjes meer aan. We leren het ook nooit.

3. Er wordt iets onherstelbaar vies
Is het zonnebrand, zweet, of zijn we gewoon smoezelige types? Op vakantie blijft sowieso niets schoon. En die vlekken zijn zó hardnekkig dat ik menig kledingstuk als verloren heb beschouwd. Een tip voor een verre reis met kleine kinderen: lichtgekleurde kinderkleren zijn niet je vriend (wanneer wel?!).

4. Er gaat iets onherstelbaar kapot
We hebben de liefste, maar meest onhandige kinderen die het voor elkaar krijgen álle stiften na drie keer kleuren onbruikbaar te maken en met gemak elk doe-boek in een verre staat van ontbinding te brengen. Zelf zijn we ook niet heilig, want er is bijvoorbeeld ook wel eens een telefoonscherm gebarsten en een camera gesneuveld.

5. We raken iets kwijt
Dit is verreweg mijn grootste ergernis. Hoeveel tijd wij toch verspillen met het zoeken naar dingen, ik haat het. Want onze spullen raken weg als tovenarij. Het verdwijnt in die Bermudadriehoek van troep die we ondanks ons naïeve ‘laten we deze keer echt wat minder meenemen’-voornemen tóch weer meegezeuld hebben. Deze vakantie was het een jurk van Amber, die gewoon nérgens meer te vinden was. Tovenarij zei ik toch. Maar ook dit moet je dus loslaten. En dat zeg ik voornamelijk tegen mezelf.

Ja, ik weet het, deze blauwdruk is een first world problem van ongekende proporties. Die wetenschap gecombineerd met mijn mantra ‘Ik Ben Een Relaxte Moeder’ maakte deze reis er vooral één om nooit te vergeten! Hopelijk mag ik volgend jaar in de herkansing. Nu al zin in.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter