‘Ik ben sle-hech-ter dan Liiii-zaaaa-haaaa.’ De snikkende uithalen van mijn zevenjarige galmen door de gang van de sporthal. Ik zit op mijn hurken en veeg plukken haar uit haar gezicht. Maak haar wangen droog. Wat is dat toch, die neiging om je kind schoon te poetsen als het huilt? ‘Ik ben laaa-haaa-tste geworden,’ zegt ze naar adem happend. Ik pak haar hand en neem haar mee naar de kleedkamer. Daar zit Liza – voor dit kleurenturnfestijn nog haar vriendin – eveneens te snikken omdat ze geen eerste, maar tweede is geworden. In de auto op weg naar huis zitten ze ieder demonstratief aan een kant van de bank. Dochter weigert haar gedag te zeggen.
Mijn zevenjarige turnt elke week een uurtje met vriendinnen. Zij heeft plezier, ik zie het vooral als gymnastiek. Toen er een uitnodiging kwam voor kleurenturnen, wilde ze daar graag aan meedoen. “Nee hoor, het is geen wedstrijd, mailde de turnvereniging op mijn vraag wat dat inhield. “Het is een uurtje extra turnen om te kijken wat ze hebben geleerd.” Maar als ik die ochtend in de kleedkamer tientallen zenuwachtig rondrennende meisjes in glitterpakjes aanschouw, zie hoe een moeder een halve bus haarlak leegspuit op de kunstig ingevlochten haren van haar dochter, weet ik het al. Kleurenturnen heeft niet veel te maken met gymnastiek.
Vanaf de overvolle tribune kijk ik hoe ze aan een rekstok hangt en een poging doet tot de handstand. Ik zie mevrouwen verwoed aantekeningen maken. Als een snerpende stem door de microfoon roept dat het tijd is voor de diploma-uitreiking, koester ik nog de hoop ik dat alle meisjes tegelijk een papiertje krijgen met daarop ‘goed gedaan!’ Maar nee, ze worden ingedeeld in drie categorieën: eerst worden de meisjes genoemd die het zoooo goed hebben gedaan dat ze van blauw naar groen gaan. Ze mogen op een blok klimmen. De meisjes die ‘ook heel goed waren, maar nog even in blauw blijven’ mogen op een bank staan. Tot slot de meisjes die ‘natuurlijk ook hun best hebben gedaan maar nog wat meer mogen oefenen.’ Zij hoeven – hoe aardig – nergens op de klimmen maar blijven op de grond staan.
Die avond ben ik nog steeds kwaad over het botte beoordelingssysteem. De vriendin waar ik mee uit eten ben, snapt niks van mijn woede. ‘Kinderen moeten toch leren omgaan met presteren, met winnen en verliezen, met tegenslag? Die van mij komen juist in beweging door competitie!’ Ik neem een slok bier. ‘Tuurlijk, omgaan met verlies hoort bij opgroeien. Maar jonge kinderen zo duidelijk en zichtbaar vergelijken, is voor mij een recept voor onderling venijn. En als we nou iets niet moeten stimuleren bij meisjes, is het dat wel.’ Vriendin is niet overtuigd. ‘Iedereen is ergens anders goed in. Dat geeft toch niet?’
Die nacht vraag ik me af of ik zulke overgevoelige kinderen heb. Of ik zo overgevoelig ben. Ik denk terug aan onze eerste skivakantie, toen dochter ook ontroostbaar was omdat ze bij de eindslalom een-na-laatste was geworden. Een week lang plezier met kinderen die ze vooraf niet kende, elkaar helpen als je was gevallen, voor het eerst in de hoge lift de blauwe piste af, het eindigde voor haar toch in een deceptie. Ook toen vroeg ik me af waarom niet alle kinderen tegelijk een medaille omgehangen kregen. Waarom er onderscheid werd gemaakt. Ja, een wedstrijd kan kinderen motiveren het beste uit zichzelf te halen. Het kan ze ook lamslaan. Hun zelfvertrouwen in brokjes uit elkaar laten vallen. Waarom bestaan er alleen prijzen voor de best presenterende kinderen, vraag ik me af. Waarom niet voor doorzettingsvermogen? Voor elkaar helpen? Voor iets proberen wat je eng vindt? Voor de groei die je doormaakt? Ik neem me voor de volgende dag een medaille te knutselen voor mijn kinderen (oh nee, een medaille te kopen). Die krijgen ze zomaar. Omdat ze zijn wie ze zijn.
4 Reacties
Ik heb vroeger regelmatig gejureerd bij de kleine turnstertjes. Zo leuk!
Ik was dus de juf met de afwijkende puntentelling.
Want ik beloonde inzet, tong uit de mond, wiebelkkeutertjes hoger, dan de ijdeltuitjes (sorry) die rondliepen alsof ze al bijna aan het wk meededen….
Ben het dus compleet met je eens!
Ik ben me gaan verdiepen in de groeimindset en ik merk dat mijn dochter hier heel goed op reageert. Zo zegt ze nu wat heb ik al veel geoefend. Ik kan de website platforminset.nl erg aanraden. Groet
Bij ons tijdens een recreatie onderlinge wedstrijd, krijgt iedereen een medaille. Tuurlijk hebben we wel een 1, 2 en een 3, maar de rest krijgt allemaal een 4e plaats. Dan hebben we nog de onderdelen die apart beloond worden, dus iemand kan zo maar een 3e plaats op balk gekregen hebben, maar gewoon 4e in het algemeen klassement, iedereen heeft nou eenmaal een onderdeel wat ze beter kan.
❤️ heel herkenbaar! Hoe vonden ze de medaille?