Kleuter, Lees

Brief aan mijn lieve ‘ik wil, ik wil, ik wil’ dochter

Lieve Zora,

Lief, mooi, dapper meisje van me.
Wat ben ik trots op jou. En wat doe je het goed, en wat ga je snel. Zó snel dat ik je soms niet bij kan benen. Letterlijk. Ik weet nog goed dat ik je als klein meisje op een fiets met veel te zachte banden liet rijden… omdat je anders veel te hard ging!
 
Nog steeds draai ik mijn hoofd weg als ik je als een aapje in het klimrek zie hangen. Niet omdat ik jou niet wil zien, maar omdat ik niet de hele tijd wil zeggen: doe voorzichtig, pas op! Ik wil je lekker je gang laten gaan, je laten ontdekken, ik wil dat je niet bang bent, ik wil dat je zo stoer en dapper blijft als nu.

Hoeveel lol we ook samen hebben, bonje hebben we ook de laatste tijd. Oh, wat kan ik boos op je worden. En oeijoei, wat kun jij kwaad worden en stampvoetend door de kamer gaan als er iets gebeurt wat jou niet zint. Op de een af andere manier raken we bij elkaar precies de gevoelige snaar.

Ze zeggen weleens: kinderen proberen met hun gedrag iets te vertellen. Dan wil je mij denk ik iets vertellen over behoeftes en grenzen aangeven! Dat is voor mij namelijk altijd al een thema geweest. Wat wil ik? Wat heb ik nodig? En hoe geef ik dat duidelijk aan? Daarin kan ik zo ontzettend veel van je leren. Want jij weet precies wat je wilt en geeft dat op niet mis te verstane wijze aan. Jij bepaalt niet over mij is inmiddels je middle-name.  
Ik denk dat daarachter voor een groot deel ook mijn boosheid schuilt. Het is best confronterend dat je de hele dag – onbewust natuurlijk! – precies doet wat ík nog steeds heel lastig vind. Als kind was ik vaak vooral bezig met wat een ander nodig had. Pas daarna – maar meestal kwam het niet eens zover –  dacht ik na over waar ik behoefte aan had. Dat is nog steeds mijn grote valkuil. En elke keer dat het me niet lukt mezelf de aandacht te geven die ik nodig heb, word ik nog steeds boos en verdrietig.
Daarom reageer ik soms zo boos op jou, Zora, als jij zo duidelijk roept wat je wil. Ik zie dan mezelf als klein meisje dat dat ook zó graag zou willen, maar niet kan. Ik ben dan niet boos op jou, hoor, maar dan ben ik vooral verdrietig over wat ik zelf niet kan.

Jij weet zelfs zó goed wat je wil, dat je je door niets en niemand iets anders laat vertellen. Niet door mij, niet door papa, niet door je broer. Soms wil je iets wat niet mag. Of iets wat niet kan. Dat vind je dan verschrikkelijk moeilijk om te verkroppen. Zoals ik van jou kan leren mijn behoeftes aan te geven, moet jij misschien nog leren dat niet alles kan gaan zoals jij dat wilt. Ik merk dat je er eigenlijk niet aan wil en vaak boos of verdrietig wordt als iets anders loopt dan jij in je koppie had. Ik wil dat je weet dat ik die worsteling zíe.

Tegelijkertijd wil ik ook dat je je eigengereidheid vasthoudt, omdat die zó belangrijk is in je verdere leven. Ik wil niet dat mijn vrolijke, energieke, creatieve meisje dat overstroomt van ideeën en plannetjes en verhalen naar de achtergrond vervaagt.

Jij voelt mijn interne conflict feilloos aan. Dat besef ik nu, bij het schrijven van deze brief. Hoe ik die balans ga vinden, tussen grenzen stellen en jou jezelf laten zijn, weet ik nog niet precies.

Eén ding weet ik wel: blijf jij voorlopig maar lekker jij, dan stel ik gewoon wat vaker grenzen.  

Liefs, mama

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter