Lees

Bolletje

Frauke is een Belgische moeder. Ze woont met haar gezin in de rand rond Brussel. Vorig jaar verloor Frauke haar partner Olivier, en verloren de kinderen Elise (12) en Tristan (11) hun vader na een jarenlange ziekte. 

‘Hallo, dit is de assistente van dokter. U wilde graag een afspraak, dus ik bel u even op. Waarvoor had u graag de afspraak?’
Ik kijk naar Tristan die recht tegenover me aan tafel zit en meeluistert, en mompel iets over ‘aanhoudende verkoudheid en o ja, een bolletje in mijn nek, maar dat is vermoedelijk niets’. 
Ik check de uitdrukking op mijn zoons gezicht: die is onveranderd. Hij eet geconcentreerd zijn boterham op, en dat is maar goed ook, want over 5 minuten moet hij met gepoetste tanden op zijn fiets zitten, op weg naar school. 

Dat ‘bolletje in de nek’ ligt hier in huis nogal gevoelig, gezien de ziekte die ons gezin onvolledig achterliet, bij mijn man net zo begon. Het kleine bolletje werd een complete nachtmerrie en zorgde voor een periode ‘voor’ en ‘na’ in ons gezin. En voor een heel erg wankele emotionele stabiliteit en overbezorgdheid richting mama. Want als mama nu ook nog ziek wordt, en dan heb ik het niet over een griepje, dan is er straks niemand meer om voor ons te zorgen. 

In de auto word ik door mijn medepassagiers streng gevolgd

Het is nooit met zoveel woorden gezegd door de kinderen, maar het komt naar boven in de kleinste dagdagelijkse dingen: mama mag de fiets niet op zonder helm. In de auto word ik door mijn medepassagiers streng gevolgd op de weg. Ik mag geen druppel alcohol drinken voor ik achter het stuur stap. En nooit eerder zei mijn dochter ‘rij voorzichtig’, tot na het overlijden van haar papa. 

Het bolletje aan de ontbijttafel is dus een grote zorg, voor de kinderen (mochten ze het weten) en voor mezelf.  Het smijt me in één klap terug in de tijd, bezorgt me opnieuw nachtelijke paniekaanvallen, neemt mijn eetlust weg en plaatst alle afspraken die ik deze week heb, in perspectief. Ik zie mezelf al voor de kinderen staan om nog maar eens aan te kondigen dat, dit keer, mama ziek is, en dat we niet weten of alles goed komt. Als er één ding is wat ik mijn kinderen niet meer wijsgemaakt krijg, is dat het altijd goedkomt. 

Terug naar de assistente van de huisarts, die me een paar dagen later een afspraak geeft, en naar de huisarts, die perfect inschat waar het schoentje knelt. En dat ik alleen maar daar ben om gerustgesteld te worden dat zo’n bolletje perfect bij een verkoudheid kan horen. En dat doet hij ook, mijn geweldige huisarts. Opgelucht ga ik naar huis, eet iets en concentreer me op mijn werk. Voor het eerst, die week. 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter