Lees, Tiener

Blootgewoon

‘Kom je nog buiten spelen?’
Twee voetbalbuddy’s staan voor de tiende keer vandaag aan de voordeur.
‘Nee, ik moet van mijn moeder Gewoon Bloot kijken.’

Inwendig moet ik lachen.
Mijn zoon die altijd zegt wat hij denkt. En roept hoe het zit. Zonder door te hebben hoe dat misschien bij een ander overkomt. Er is niets mis met een gezonde dosis recht voor je raap natuurlijk, maar in sommige gevallen is het niet altijd even handig. Of komt de boodschap net even iets te hard over. Als er bezoek komt, is standaard zijn eerste vraag: ‘Wanneer gaan jullie weer weg?’ Mijn uitleg dat dat kan overkomen dat je eigenlijk wilt dat het bezoek meteen weer weggaat, is aan dovemans oren. ‘Dat zeg ik toch helemaal niet?’ Voor hem is het gewoon een feitelijke vraag. Hoeveel minuten blijf je? En blijf je ook eten? Dat weet hij waar hij aan toe is. Gewoon checken. Afvinken. Ergens een beetje aan voorbij praten, of een leugentje om bestwil, iets verzachten, of subtieler zeggen, dat zijn dingen die hem vreemd zijn.

Zo ook nu. Hij had ook kunnen zeggen: ‘Nee, ik kan even niet .’ Of: ‘Ik moet nog huiswerk maken’ ofzo. Maar hij houdt het bij de feiten.
‘Ok.’ De jongens maken rechtsomkeert en roepen over hun schouder: ‘Tot morgen dan!’

Hij móet natuurlijk niet ‘Gewoon.Bloot.’ kijken, maar er was zoveel om dit programma te doen dat ik wel benieuwd was hoe hij het vindt om naar andermans naakte lichamen te kijken. Thuis doen we volgens mij niet ingewikkeld over bloot en lopen we gewoon bij elkaar de badkamer in en uit en worden er regelmatig lichaamsdelen met elkaar besproken en vergeleken.

We gaan er lekker voor zitten. Als de badjassen worden uitgedaan, roept Quin meteen: ‘Zo, die heeft echt tantoe veel haar, zeg!’
Ik zeg niets. Feitelijk is daar niets tegen in te brengen namelijk.
Bij de vraag wat andere woorden voor borsten zijn, doet Quin ook een duit in het zakje: ‘Dikke Memmen! Meloenen! Tieten!’

Om de paar minuten moet het programma even op pauze gezet, omdat hij een vraag heeft: ‘Heb jij gemiddeld grote borsten, of kleine?’ ‘Heb jij ook wel eens pijn in je rug dan?’ ‘Ja, jij hebt toch ook haren op je tepel. Die zie ik soms!’ ‘Jouw borsten gaan vast ook hangen, want jij rookt weleens een sigaretje, mam!’
Kijk, nu ken ik mijn zoon weer.

De volgende ochtend loop ik de badkamer in en zie ik Quin heel kort even op kijken.
‘Nou, jouw borsten hangen nu ook al, hoor!’

Ik weet het, het is gewoon een feitelijke constatering.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter