Lees

Batterij

We sturen foto’s. We sturen filmpjes. We bellen met Zoom, Teams, Hangouts en Skype. We sturen brieven. En we krijgen brieven met quizvragen en zaadjes voor tuinkers. We zwaaien naar de camera. We proosten tegen de webcam. We doen ons best. We doen zo ons best. Maar het is niet genoeg.  

Ik leer dingen van mezelf die ik niet kende of waar ik me niet eerder zo bewust van was. Zo ben ik kennelijk heel slecht in iemand leren lezen (‘Lees gewoon wat er staat!’), maar weer heel goed in touwtjespringen, kan ik erg goed gezellige dagritmekaarten knutselen, maar ze niet gebruiken en vind ik het fijn om te bewegen, maar krijg ik mezelf niet van de bank gesleept ’s avonds.

Mijn dagen rijgen zich aaneen met momenten waarin ik opgejaagd in één uur vier uur werk wil stoppen, maar ook met de kinderen in de tuin lig, de roepende stapels werk negerend.

Ik voel me het balletje in een op hol geslagen flipperkast dat de hele tijd heen en weer schiet tussen acceptatie en frustratie, rustig aan doen en keihard werken, alles nemen zoals het komt en boos zijn op de hele wereld.

Ik leer mijn batterij kennen. Die wordt opgeladen door goed slapen (nope), lekker eten (yup) en vooral menselijk contact (nope). Ik wil grapjes maken, praten, knuffelen. Ik wil het pasgeboren baby’tje van mijn vriendin zien en vasthouden. Ik wil bij de buren op de koffie. Ik wil met mijn moeder naar de sauna. Ik wil bij mijn collega binnenspringen en iets leuks vertellen. Ik wil paaseieren zoeken in het grasveldje bij mijn schoonouders. Ik wil bij mijn vader langs en hem vasthouden nu het nog kan.

In mijn hoofd schiet het flipperkastballetje van ‘zeik niet, je hebt niks te klagen’ naar ‘neem je behoeften serieus, wees lief voor jezelf’ en weer terug. Ik heb overal spierpijn, mijn schouders zitten tegen m’n oorlellen en ik ben zo moe.

Het is 16.00 uur. Ik klap m’n laptop dicht en verplaats de bureaustoel naar de andere hoek van het bureau voor mijn lief. Hij is weer aan de beurt om naar z’n werk te gaan. In gedachten pak ik mijn fiets, steek ik mijn neus in de lucht en fiets ik de trap af naar huis.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter