“Wat is de belangrijkste les die jouw ouders je vroeger leerde?” vroeg een vriendin laatst. “Altijd eerlijk zijn!” antwoordde ik direct. Niet dat mijn moeder zich een weg door het leven liegt, maar met name mijn vader is er nogal fel op. Jokken, draaien, doen alsof, hij heeft er een bloedhekel aan. Die instelling wierp zijn vruchten af, want over die ene keer dat ik loog dat ik na het uitgaan ’s nachts met vriendinnen naar huis was gefietst terwijl ik me alleen een weg door het donker trapte, voel ik me nu nog schuldig.
Nu ik zelf moeder ben hoor ik hoe ik Benja precies dezelfde wijze les probeer bij te brengen. “Benja, heb je dat autootje dat we al een half uur zoeken niet gewoon achter de verwarming gegooid? Eerlijk zeggen!” “Heb je je fruit opgegeten of zit de banaan in de rand van de stoel gepropt? Eerlijk zeggen!” “Zit er half november echt een mug in je kamer of heb je gewoon geen zin om te slapen? Eerlijk zeggen!”
En nu is het Sinterklaastijd en kan ik niet ontkennen dat ik tussen de sinterklaas kapoentjes en regen van chocolademunten door soms denk: ik lieg gewoon tegen hem. Ik ratel enthousiast hele middagen vol over hoe Sinterklaas onderweg is met de stoomboot (oeps, hij kwam met de trein), dat hij voor alle kinderen cadeautjes bij zich heeft (was het maar waar, dan hoefde ik zelf niet met klotsende oksels van de ene naar de andere winkel te rennen om op tijd alle pakjes in huis te hebben) en dat het spel van Woezel en Pip dat we laatst kochten voor de verjaardag van zijn neefje is (die wordt pas volgend jaar juli twee).
Ondanks dat ik de boel bij elkaar lieg, vind ik Sinterklaas het mooiste feest wat er is. Die glimmende ogen van Benja als de goedheiligman op televisie is. De manier waarop hij zijn armpjes om me heen slaat als Piet iets te dichtbij komt. Zijn blote voetjes die stampen op de vloer als hij naar onze slaapkamer rent om te vertellen dat er een cadeautje in zijn schoen zit.
Daarom hou ik mezelf voor: één keer per jaar liegen, dat mag best. Nu ik erover nadenk: dat deed mijn vader ook bij ons. Sterker nog: hij ging ‘s avonds zelfs met mijn zusje en mij naar buiten omdat hij piet achter de schoorsteen had gezien. Ik zou zweren dat ik ook een man met een veer op z’n hoofd en een zak op z’n rug zag lopen. “Hij liep er echt, toch pap? Eerlijk zeggen hoor!”
Geen reacties