Brenda heeft een zoontje van vijf (5,5!), én een tweeling van drie (een jongen en een meisje). Ze probeert nog steeds bij te komen van die eerste drie jaar met de tweeling en verzucht regelmatig dat het best pittig is, zo’n duo. Tegelijkertijd ziet ze ook hoe bijzonder het is. Zeven keer: waarom het superleuk is om een tweeling te hebben. Of, keileuk, zoals in Brenda’s nieuwe woonplaats zeggen.
1 Buikband
De band die je voelt met je kind omdat hij in je buik zat, heeft een tweeling ook met elkaar. Sterker nog: zij voelden elkaar eerder bewegen dan dat ik ze kon detecteren! Samen aan het leven begonnen, iets meer dan zeven maanden vertrouwd en veilig tegen elkaar aan in mijn buik (gepropt, dat terzijde). Dat moet toch een onbeschrijfelijke, mystieke maar heel voelbare band opleveren tussen die twee?
2 Altijd een vriendje!
Waar mijn tweeling ook is, ze hebben altijd een vriendje bij zich om mee te spelen. Zeker nu, twee maanden na onze verhuizing naar Brabant, zie ik hoe fijn dat voor ze is. Hun innige onderonsjes zijn als buitenstaander soms niet te volgen, maar staan garant voor dolle pret. Tweelinghumor, zoals we het hier in huis noemen. Dat snappen alleen zij.
3 Twee keer zoveel liefde
Cliché, maar deze mag in dit lijstje niet ontbreken. Twee kindjes tegelijk betekent twee keer zoveel liefde tegelijk ontvangen. Twee paar armpjes van hetzelfde formaat om je nek, twee stuks op schoot (ieder op één been, ze weten niet beter) en op beide wangen tegelijkertijd een kus voelen smakken. Daar stuitert je moederhart hevig van.
4 Je wordt er zo lekker creatief van
Zodra je met een tweelingwagen vol baby’s in het openbaar verschijnt, beginnen mensen tegen je te praten. Of eigenlijk: vragen te stellen die ze niet op vreemden met een eenling loslaten. Of ze natuurlijk zijn, hoe ze geboren zijn, of het in de familie zit, of het gepland was om er twee tegelijk te krijgen (?), of borstvoeding wel lukt met twee stuks. Ik heb ze allemaal meermaals gehoord. Om van te zuchten, maar het maakt enorm creatief in je antwoorden. Ik heb me inwendig vaak bescheurd om mijn eigen reacties, en dat is goed want lachen is gezond.
5 Je leert de geheime groet met andere tweelingmoeders
Net als motorrijders of buschauffeurs groeten tweelingmoeders elkaar spontaan. Zie je er een-zoals-jij, dan warmt je hart een beetje op. Zij wéét hoe het is! Zij vóélt mij! Er bestaat zelfs een geheime groet voor tweelingmoeders, die stiekem best treffend is. Je kijkt de andere moeder aan, trekt met wijsvinger en middelvinger van één hand je beide onderoogleden tot wallen en knikt betekenisvol. De twee vingers staan voor de tweeling, de wallen voor het gevolg ervan.
6 Twee keer zo trots
Zo vervuld van trots als je bent op je kind, zo hysterisch straal je als je naar je tweeling kijkt. Twee van die unieke, mooie kindjes, van jóú! De ene is leuk, de andere is leuk, samen zijn ze leuk. En in de ogen van anderen ook extra bijzonder: niet iedereen krijgt immers een tweeling.
7 Dubbel grappig
Ligt de ene peuter als een schwalbe-koning op de grond, te creperen van de pijn, dan moet ik al een beetje gniffelen. Bij inspectie blijkt er inderdaad een millimeter groot krasje op zijn pols te zitten, wat tot dramatische uithalen leidt als we er samen naar kijken. Heerlijk om zo te kunnen zwelgen, lijkt me. Zijn de tranen eindelijk gedroogd dankzij een pleister, dan weet ik al: nu gaat de ander. Of ze schiet in een driftbui ‘omdat ze ook zoveel pijn wil hebben’ (lees: een pleister), of ze doet er theatertechnisch nog een schepje bovenop en rolt kermend over de grond om te laten zien dat zij pas écht gewond is. Taferelen die garant staan voor een inwendige lachbui aan mijn kant.
Geen reacties