Lees, relatie

Familieweekend 

“Ik app je straks nog even wat laatste dingen die mee moeten,” stuur ik naar Jos terwijl ik met één hand aan mijn stuur en in één hand m’n telefoon naar mijn werk fiets. Ik ben nog nooit zo onvoorbereid een weekend weg gegaan. Tussen de volle werkdagen, doktersbezoeken, speeldates en een bandrepetitie door heb ik de tassen ingepakt. Geen idee of alles erin zit. Meer tijd om erover na te denken is er niet want ik moet lesgeven en heb ook nog een afspraak voor mijn nieuwe website. Daarna pikt Jos me op en rijden we direct door naar Brabant voor de inmiddels jaarlijks terugkerende traditie: familieweekend met mijn schoonfamilie. Hoewel de timing niet je van het is dit jaar, het is wel een weekend waar ik naar uitkijk. 

Als we aan het eind van de middag aankomen bij het huis, spot Mads de trampoline in de riante tuin direct. Jesse struint op zijn gemak de ruime keuken door op zoek naar eten. Zwagers en schoonzussen druppelen binnen, neefjes en nichtjes krioelen om elkaar heen. De broers geven elkaar een schouderklop, de zussen helpen de kleintjes en de koffie wordt gezet. De gezelligheid neemt toe. Voor het eerst in weken voel ik niet de behoefte om dingen te gaan regelen. Heeft nog niemand kamers verdeeld? Prima, ik doe het ook niet. Is het eten nog niet geregeld? Geen probleem, dan halen we straks toch gewoon lekker Chinees? 

De zesendertig onbeantwoorde mailtjes, de blogs die nog niet af zijn, de controle-afspraak in het ziekenhuis die ik vergeten ben te maken, het nakijk- en regelwerk dat nog moet voor mijn studenten, het huishouden dat grondig gebeuren moet… Het is opeens allemaal heel ver weg. 

De volgende dag sla ik het zwembad zonder schuldgevoel over en blijf ik met Jesse (die vanwege zijn oren niet mag zwemmen) in het huisje. Als hij zijn middagdutje doet, kijk ik met een dikke smile naar de zwemfoto’s die voorbij komen op de groepsapp. Mads die zijn angsten overwint en andere ontspannen, glunderende gezichten komen voorbij. We drinken die middag met zijn allen koffie in de zon en Mads vertelt trots zijn glijbaanverhaal. ‘Later als ik groot ben mama ga ik ook alleen eraf,’ glundert hij. 

Voor het eerst wil ik zondagmiddag nog niet naar huis. Want als ik kijk naar Jesse die lekker rondkeutelt, naar Mads die samen met zijn neefjes en nichtjes opa bespringt op de trampoline en als ik luister naar Jos en ons mooie gesprek, staat de tijd even stil. Even is het hier hemel op aarde. Er is niets dat moet. En er zijn voor het eerst in lange tijd geen zorgen om een ziek kind. Jos en ik zijn voor het eerst in anderhalf jaar echt aan het ontspannen en aan het ‘connecten’. 

“Afgelopen jaar was zo heftig,” zegt Jos als we thuis zijn. Ik knik. Bizar eigenlijk, dat je pas ziet hoe druk-druk-druk je bent als je een beetje afstand hebt. We rennen maar door, van medische toestanden rondom Jesse naar werk, en hebben te weinig tijd met elkaar. Dodelijk, zou ik hebben gezegd toen ik nog geen kinderen had. Maar we leven nog.  

 “Wanneer gaan we weer?” zeg ik tegen Jos.

 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter