Ik ben opgevoed door een echte dolle mina. Je weet wel, dat is die feministische vrouwenbeweging uit de jaren 70. Ik weet niet beter dan dat mijn moeder mij vertelde dat er een tijd was waarin vrouwen niet eens móchten stemmen. Ik kon me daar niets bij voorstellen.
Net zo goed dat ik me er niets bij kan voorstellen dat vrouwen verplicht moesten stoppen met werken als ze in het huwelijksbootje stapten. Of wat dacht je van de invoering van de anticonceptiepil? Nu gemeengoed, maar in de jaren 70 hebben vrouwen daar hard voor moeten vechten. Vrouwen wilden zelf beslissen of ze zwanger wilde worden of niet. Het klinkt zó logisch, maar dat was het helemaal niet. Mijn moeder hamerde altijd op mijn zelfstandigheid en daar ben ik haar heel dankbaar voor.
Toen ik jonger was kwam ik regelmatig in vrouwenhuizen. Ja, die bestonden toen nog. Dat waren plekken waar vrouwen bij elkaar kwamen om te discussiëren over emancipatie en gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Mijn toenmalige vriendje vergezelde me soms naar die bijeenkomsten – tot grote hilariteit van de aanwezige vrouwen. In de afgelopen twintig jaar zijn deze centra langzaam uit het straatbeeld verdwenen.
Als we naar de opkomst van de Women’s March van afgelopen zaterdag in Amsterdam kijken lijkt het onderwerp actueler dan ooit. Maar liefst 20.000 mannen en vrouwen voelden de noodzaak hun stem te laten horen en hun ongenoegen te uiten over de ontwikkelingen van de afgelopen tijd. Het gemak waarmee de “pussy”-uitspraak van Donald Trump opzij wordt geschoven, de onverschilligheid waarmee diezelfde president abortussen verbiedt, het weglachen van seksuele intimidatie op straat en de werkvloer… Zeg maar álles waar mijn moeder en haar generatie voor geknokt hebben wordt te grabbel gegooid.
Nu ik zelf een dochter heb voel me meer dan ooit genoodzaakt mijn stem te laten horen. Helemaal als ik lees dat 25% van de Nederlanders vindt dat een vrouw die zich sexy kleedt niet moet klagen als ze seksueel getinte opmerkingen te horen krijgt. Ik vind dat ronduit stuitend. Mijn hart huilt als ik aan mijn kleine ‘baba’-meisje denk. Mijn dochter aan wie ik zo graag hetzelfde wil meegeven wat mijn moeder mij met de paplepel ingoot: je bent goed zoals je bent, daar heb je niets of niemand voor nodig.
Mijn hart maakt een sprongetje als ik lees dat zes partijen een akkoord hebben gesloten waarin ze beloven zich hard te maken tegen seksueel ongewenst gedrag. Ik stem morgen vol overtuiging. Voor de toekomst van mijn dochter.
Geen reacties