We zitten op de bank en we kijken naar Spangas. We zien hoe een meisje een ander meisje zit te treiteren. Na wat stevige woorden en geduw en getrek valt de tas van het meisje dat duidelijk het onderspit delft op de grond. Uit de tas rolt een knuffel. Voer voor haar belager: wie neemt er nou nog een knuffel mee naar school?!
Ik vraag aan Quin hoe hij zou reageren als hem zoiets zou overkomen. Hij haalt zijn schouders op. Ik denk dat jij zou zeggen: ‘Nouhouhouhouhou!!!!!!! Geeheeheeheeheeheeheeheeeeffff mijn knuffel teruhuhuhuhuuuuuuugh!’ doe ik theatraal. Quin moet om me lachen: ‘Ja, ik denk dat ik zo zou reageren inderdaad.’
‘En denk dat je dat zou helpen?’ vraag ik verder. Quin schudt snel zijn hoofd en richt zijn ogen alweer op de televisie.
Het meisje van wie de knuffel is en haar pester staan tegenover elkaar. ‘Geef mijn knuffel terug,’ zegt ze in eerste instantie sterk. Maar de pester voelt zich machtig en dreigt met een schaar de kop van het lijfje te knippen. Tegen zo veel bruuts kan het meisje niet op en ze raakt in paniek. ‘Niet doen, niet doen, alsjeblieft, niet doen!’ piept ze. Op dat moment komt er een klasgenoot tussenbeide en roept hard: ‘Zo is het genoeg!’ en hij geeft de knuffel terug aan het meisje.
‘Zie je Quin, hoe belangrijk het is dat je opkomt voor iemand die gepest wordt?’ oreer ik verder. ‘Dat is voor de gepeste echt heel fijn en vaak is het pesten voor de pester daardoor ook een stuk minder leuk. Snap je dat?’
Quin knikt braaf. ‘Maar dit is wel echt pesten, hè, mama? Dat is méér dan gewoon plagen.’ Het is duidelijk dat hij het er in de klas met de juf over heeft gehad. Dat is ook niet zo gek, want het is de Week tegen Pesten. ‘Dat heb je goed gezien, schat.’
Zijn vader, die ook mee zit te kijken, kijkt ons dwars aan en roept: ‘Als er na twee keer zeggen nog niet naar je geluisterd wordt, mag je er van mij betreft best op los slaan, hoor Quin.’
Ik val nog net niet van de bank. ‘Niets mis met een beetje assertiviteit!’ tettert hij verder.
Quin lijkt die tactiek ook wel te bevallen. ‘Hoe dan, papa? Zóóóó?’ En hij haalt zijn rechter vuist uit en slaat iets onzichtbaars hard in het gezicht.
‘Nou,’ probeer ik de boel weer míjn kant op te sturen. ‘Denk je echt dat dat een goede oplossing is, Quin?’ zeg ik terwijl ik mijn man zacht doch dwingend tegen zijn voet schop om hem tot stoppen te manen.
‘Nee, mama, ik denk het niet… Ik zou eerst “geef terug” zeggen en daarna om hulp vragen.’ Ik veer op. Gewiekst kijkt hij me aan. ‘Maar héél misschien als die ander echt héél vervelend blijft doen, krijgt-ie een klap op zijn kop, hoor! Ja toch, papa?’
Ik draai met mijn ogen.
Deze week is het de Week tegen Pesten met als thema ‘Laat je zien!’ En deze week is tegelijkertijd de start van mijn bedrijf De Dappere Draak waar ik kinderen sociale en mentale weerbaarheidstraining geef. Zodat je leert te reageren zonder boos te worden. Daar kunnen wij hier in huis nog wat van leren.
Geen reacties