Lees, relatie

Tijd voor elkaar

‘Hebben jullie wel eens tijd voor elkaar?’ Vroeg m’n buurvrouw toen ze van de week bij mij op de koffie was. Ik moet haar aangekeken hebben als een schaap dat staat te kauwen op een stuk gras, want ik wist het antwoord gewoon niet. Echt tijd voor elkaar? Onverdeelde aandacht voor mijn man in plaats van voor mijn kroost en het reilen en zeilen van ons gezinsleven? Ik weet niet eens meer wanneer dat was.

Ze vertelde dat zij en haar man elke maand een weekend voor zichzelf hebben. Dat de kinderen dan bij opa en oma zijn. Dat ze dan tijd hebben om eens over iets anders te praten dan weekagenda’s, schoolperikelen of peuterprioriteiten.

Zo belangrijk, besef ik terwijl ik haar aanhoor. Ik weet het natuurlijk ook wel en denk terug aan het artikel dat ik laatst in het AD las: ‘In Vathorst sneuvelt één op de twee huwelijken’. Bij ons om de hoek. Ik begrijp soms ook echt dat het mis kan gaan. Zeker als je allebei ’s ochtends het huis uit rent naar verschillende banen en je slaapgebrek hebt door gebroken nachten. Als er dan nog kinderen ziek worden, opa’s of oma’s hulpbehoevender worden, je het gevoel hebt gevangen te zijn door een dikke hypotheek. Het is niet vreemd dat lontjes dan korter worden. Dat je je soms meer collega’s van elkaar voelt dan geliefden.

Is dat bij Jos en mij ook aan het gebeuren? De afgelopen weken volgden bij ons werk, doktersafspraken en andere verplichtingen elkaar in rap tempo op. Thuis zijn had meer een soort ‘stop and go’ functie. Ik ken het patroon wat dan ontstaat inmiddels: ik keer meer en meer in mezelf en verstop me steeds vaker in m’n telefoon of laptop en samen gaan we in de regelstand. De een regelt dat de hond naar de dierenarts moet, de ander regelt afspraken met potentiële nieuwe oppasmeiden. De één brengt en haalt de kinderen, de ander zorgt ’s avonds voor de boodschappen. Zo ging het de afgelopen weken ook. We leven dan wel in één huis en regelen de dingen met elkaar als een geoliede machine, maar wanneer hebben we eigenlijk voor het laatst echt samen gelachen, samen niks gedaan, een gesprek gevoerd dat niet over de kinderen ging. Of iets gedaan wat niks met de kinderen te maken heeft?

‘Nee, eigenlijk niet,’ stamel ik dan ook tegen de buurvrouw. Wij hebben niet veel ‘quality time’ samen. ‘Heel soms gaan de jongens uit logeren, maar dan vaak omdat we moeten klussen ofzo,’ vervolg ik.

Oké, het afgelopen hectische, drukke jaar bevatte alle ingrediënten voor een potentiële relatiecrisis. Maar ik ben absoluut niet van plan om van Jos te scheiden. Ach, eigenlijk doen we het zo slecht nog niet. Die crisis is niet gekomen. We durven steeds beter kwetsbaar te zijn, te laten merken wanneer je erdoorheen zit. We gunnen elkaar ruimte. En ik signaleer steeds sneller dat ik ben ‘uitgetuned’. Dan koop ik een fles wijn, ploffen we na een lange dag op de bank, delen we onze harten en zeggen we wat er in ons leeft. En gelukkig lukt het ons tot nu toe elkaar dan weer helemaal te vinden. Op die momenten is ‘ik hou van jou’ niet wat we gewoon op de automatische piloot zeggen, maar wat we echt voelen. Misschien niet de meest romantische manier, maar het werkt op dit moment voor ons. Al lijkt een weekendje hotel me ook heerlijk. Kunnen we eindelijk ook even goed slapen. Was slapen niet het nieuwe seksen?

Bron foto: pixabay 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter