Traditiegetrouw sluiten we het jaar af met elke dag een terugblik op 2024 van steeds iemand anders uit ons bloggersteam. Vandaag blikt onze blogster Inge terug. 2024 is het eerste, volle jaar zonder haar zoon Quin. Het was best pijnlijk om zo’n jaar samen te vatten, merkte Inge tijdens het schrijven. Inge: ‘Het doet tekort aan alles wat ik gevoeld, ervaren en bereikt heb. Voor de Club wilde ik toch een poging doen.‘
En, ben je alweer aan het werk?
Ik krijg die vraag regelmatig en meestal val ik stil. Omdat ik huiverig ben om eerlijk te antwoorden.
Als ik ‘nee’ zeg, hoor ik de ander bijna denken, een rekensom maken…Dat ik blijkbaar niet erg gevorderd ben in mijn rouwproces. Niet werken lijkt misschien op niets doen, op de bank zitten en verdrietig voor je uit staren. En dat is een beeld dat veel mensen liever niet van mij willen hebben.
Er is geen periode in mijn leven geweest dat ik harder werk dan nu.
Er is geen periode in mijn leven geweest dat ik harder werk dan nu. Elke minuut, elke seconde word ik geconfronteerd met dat Quin er niet meer is. Schuiven er beelden aan me voorbij die sterker zijn dan alle mooie herinneringen bij elkaar. De avond dat hij naast me op de bank zat en zei: ‘Mam ik heb ineens zo’n hoofdpijn.’ De rit met de ambulances, de agenten die de weg voor ons afzetten. De eerste uren in het AMC waarin we hoorden dat Quins schedel gelicht werd omdat de druk in zijn hersens te groot was. De tien maanden die volgden, waarin we letterlijk leefden tussen hoop en vrees en ik niet wilde zien dat we onze zoon zouden gaan verliezen. Weet je hoe hard het werken is om die gedachte te bannen als je kind al maanden roerloos in een bed ligt en soms stikt omdat hij niet snapt waar hij is en volledig in paniek raakt?
Bij een ‘ja’ denkt de ander misschien wel dat het goed met me gaat, dat ik de draad weer oppak, mijn weg vind in dit nieuwe leven. De opluchting die ik denk in hun ogen te zien als ze net iets te enthousiast reageren is onverteerbaar.
Op 1 september 2023 voelde ik het hart van mijn zoon steeds langzamer kloppen, zag ik voor mijn ogen het leven uit hem wegtrekken. ‘We houden van je, lieverd. Het is goed. Je mag gaan, ‘ fluisterde ik in zijn oor. Dat ik die woorden toen over mijn lippen kreeg, kan ik nog steeds niet bevatten.
Lange tijd werkte ik niet. Was ik bijna nergens toe in staat.
Lange tijd werkte ik niet. Was ik bijna nergens toe in staat. Ik kan me van die periode vlak na zijn dood weinig meer herinneren. Er waren momenten dat ik onbedaarlijk huilde. Als ik de kaartjes teruglas die de mensen schreven aan Quin op de dag van zijn afscheid. Tientallen anekdotes, opmerkingen, herinneringen. Ik raak soms verstrikt in diezelfde herinneringen en de harde realiteit van nu. Dan denk ik aan de lieverd die hij was, het gemak waarmee hij accepteerde dat wij echt geen elektrische step voor hem zouden kopen omdat dat echt veel te duur en te gevaarlijk was. Hij paste meteen zijn verlanglijstje aan en zette racehandschoenen op nummer 1. Dat de step allang gekocht was en al weken in de garage stond, heeft hij nooit geweten.
Eind september dit jaar, ben ik weer heel voorzichtig aan het werk gegaan. Ik ben nog steeds behoedzaam als mensen ernaar vragen.
Ja, ik sta drie keer in de week vroeg op om om 7.30 uur op mijn werk te zijn. Ja, ik werk en begeef me onder mensen. Ja, ik ben even weg van huis en merk dat het fijn is dat mijn wereld weer wat groter wordt. Maar dat is de buitenkant.
Want hoe kan ik me nou druk maken over waarom een collega ongevraagd een stift uit de kast pakt, of waarom die dozen nog steeds niet zijn uitgepakt als ik mijn kind heb zien doodgaan? Hoe kan ik nou met diezelfde collega’s aan de lunch zitten en meepraten over hoe vervelend zij het vinden dat de takjes voor de kerststukjes zo slap zijn?
Ze zeggen weleens dat het tweede jaar na het overlijden van een dierbare nog zwaarder is dan het eerste. Dat kan ik beamen. Het eerste jaar was overleven, letterlijk. Nu moet ik leren leven zonder Quin. En dat is keihard werken.
Geen reacties