Lees

Stil

Ik had willen schrijven over de perikelen hier in huis. Over Lieve die ziek werd en die dagenlang in de jammerstand stond. Over dat ik vervolgens ook nog ziek werd. Over de fabel dat moeders nooit ziek mogen zijn en waarom we elkaar dat maar wijs blijven maken, maar ik kwam met zo’n koppijn thuis dat ik in bed ging liggen en daar de volgende dag om acht uur pas weer uit kwam.

Ik had je willen vertellen hoe dat ging. Hoe je worstelt met ziek zijn, met geregel rondom wegbrengen, ophalen en deadlines moeten halen met je knallende kop. Over gedoe. Triviaal gedoe.

Want dan hoor ik op het nieuws dat er een ongeluk is gebeurd. Een ongeluk bij een spoorwegovergang waarbij vier kindjes zijn overleden die in een stint zaten. De leidster en een ander kindje zijn zwaargewond. Ik ken de stint. Het is een mooi wagentje waarin mijn dochter ook zo vaak zit als ze met een groep kinderen van de opvang naar de speeltuin gaat.

Alles staat stil. Ik voel hoe mijn adem direct hoog zit, ik mijn hand voor mijn mond sla, er een knoop in mijn buik draait en mijn ogen overlopen.

Tegelijkertijd voelt het ongepast om er iets over te zeggen. De kinderen, de ouders, de leidster, de machinist, de hulpverleners. Ik ken ze niet. Heb ik recht op verdriet?

We spreken elkaar bij het koffieapparaat en mompelen ‘erg hè’ en ‘nou, ben d’r helemaal naar van’ tegen elkaar.

Ondertussen zitten er in een ziekenhuis ouders naast een kind van wie het leven aan een zijden draadje hangt.
Zijn er ouders met ondraaglijk verdriet.
Zijn er een leidster en haar collega’s die het ergst denkbare is overkomen.
Is er een machinist die niet meer kon remmen en wist dat er geen redden meer aan was.
Zijn er hulpverleners die ondraaglijke beelden hebben gezien.

We kunnen sterkte wensen, condoleren, kaarsjes branden en bloemen leggen. En er zijn. Hou elkaar goed vast. Dat is alles wat ik erover wil zeggen. Hou je geliefden goed vast.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter