Irma is moeder van vijf kinderen. Haar zoon Guus is 6, haar eerste tweelingdochters zijn 3 en de tweede tweeling wordt morgen alweer één! En dat voor iemand die voorheen had bedacht dat ze niet al te veel kinderen wilde, en zeker niet al te dicht op elkaar qua leeftijd. Bij ons op de club deelt ze hoe het haar en haar kinderschare af gaat!
Het is 2019. ‘Oma, waar is Guus?’ Ik kom met mijn opa de keuken van mijn grootouders binnenlopen.
Mijn oma kijkt op van het aanrecht en ik zie schrik in haar blik. Ze kijkt zoekend om zich heen, gooit haar broodmes op het aanrecht en snelt met haar korte benen naar de woonkamer om de bijna éénjarige te zoeken. Opa loopt naar de slaapkamer, en ik denk in paniek aan de visvijver grenzend aan hun tuin. Met mijn hart in mijn keel ren ik richting het watertje, dat er gelukkig in alle rust bij ligt. Eenmaal terug in het huis hoor ik mijn oma’s hese lach vanuit de hal.
Opa en oma staan onderaan hun grote wenteltrap, beide met uitgestrekte armen alsof er iets uit de lucht kan komen vallen. Bovenaan die trap zit Guus. Hij lacht gnuivend zijn melktandjes bloot naar zijn overgrootouders. We besluiten te wachten tot hij over de overloop kruipt. Dan pakt oma hem op en drukt hem even tegen zich aan, duidelijk geschrokken. Ze knijpt zacht in zijn wangetjes. ‘Doe dikke donder! Doe klain ondeugd!’
Haar oogjes zijn ondeugend samengeknepen terwijl ze me vanaf grote hoogte aankijkt.
Het is 2025. ‘Mama! Judith zit bovenaan de trap! Ik ben vergeten de deur dicht te doen!’ Ik merk de stress in de stem van de inmiddels zesjarige Guus direct op en snel naar de hal. Zijn bijna eenjarige zusje lacht gnuivend haar recent verworven melktandjes bloot, haar neusje rimpelt en haar oogjes zijn ondeugend samengeknepen terwijl ze me vanaf grote hoogte aankijkt. Guus staat onderaan de trap, met zijn armen uitgestoken als om zijn zusje te kunnen vangen zoals een echte grote broer betaamt. In mijn herinnering hoor ik oma’s hese lach.
Ik pak de grijnzende Judith van de trap en klem haar even tegen me aan. Guus zucht opgelucht. Ik knap zachtjes in Judith’s zachte wangen. ‘Doe dikke donder! Klain ondeugd!‘
Geen reacties