Lees

In de mailbox: woede-uitbarstingen

Soms krijg ik een mail die ik graag met jullie deel in de rubriek in de mailbox. Vorige week kreeg ik dit bericht van Ragnild, die in haar werk als onderwijsadviseur kennismaakte met Max. Wat ze schrijft over de boosheid van Max en de oorzaak ervan, deel ik graag met jullie omdat ik het een mooi inzicht vind, waar jullie misschien ook wat aan hebben.

Max heeft het moeilijk. Dat laat hij dagelijks merken door lange, heftige woede-uitbarstingen. Eigenlijk is hij vaker boos dan niet. En hij is nog maar vijfeneenhalf jaar. 

Een kind dat zo vaak en zo heftig boos is, laat weten dat er iets niet in orde is. Het is niet altijd makkelijk om erachter te komen wat dat precies is. Vaak gaan woede-uitbarstingen gepaard met agressief gedrag en is het verleidelijk om vooral op dat gedrag te reageren. Dat heeft niet zelden negatieve gevolgen: het levert conflicten op die weer voor nieuwe emoties en frustraties zorgen. De aanleiding blijft buiten schot, en voor je het weet zit je gevangen in een onontwarbare kluwen.

Ik ga samen met Max kijken of we die kluwen kunnen ontwarren. We hebben het over boos zijn, maar ook over andere emoties: bang, verdrietig, blij. Max is open en vertelt veel. Het valt me op dat hij achteraf heel goed kan benoemen hoe hij zich voelt en waarom. Als hij terugkijkt naar wat er is gebeurd, kan hij feilloos uitleggen wat iedereen deed. Hoe anderen zich voelden. Hoe hij zich voelde. Het wordt me steeds duidelijker dat Max de hele wereld op zijn smalle schouders torst. Dat hij emoties intens voelt, zowel van zichzelf als van anderen. Soms kruipt de spanning tijdens ons gesprek in zijn tengere lijfje of verstopt hij zich achter zijn sluike haar. Soms loopt hij ineens van tafel om op de bank te springen. Dan lacht hij en staan zijn ogen weer helder. 

“Wanneer huil jij?”, vraag ik. 
“Als ik pijn heb,” zegt Max stellig.

Hij noemt lichamelijke pijn terwijl we praten over emoties. Ik zie ineens een draadje. Ik vraag of hij ook huilt als hij verdrietig, bang of boos is. Weer is hij heel stellig: nee, hij huilt alleen bij pijn. Hoe kan ik – of papa, mama of de juf – dan aan hem zien dat hij verdrietig of bang is? Max antwoordt zonder erbij na te denken: “Dan doe ik boos.” 

Zijn schouders vallen naar beneden, hij veegt zijn haar uit zijn ogen. Het kwartje valt. “Dus jij doet boos, maar dan benje óf bang, óf verdrietig, óf echt boos.” Hij knikt opgelucht. We hebben het draadje te pakken. Als je de wereld zo intens beleeft als Max, en niet weet hoe je je emoties kunt laten zien, levert dat dus veel woede-uitbarstingen op. We maken briefjes met smileys: boos, bang, verdrietig en blij. Met de briefjes en hulp van zijn ouders en juf, leert Max te vertellen of hij écht boos is. Of bang. Of verdrietig. En waarom. De vraag áchter het gedrag. 

De woede-uitbarstingen worden minder. Max torst nog steeds de wereld op zijn schouders. Maar hij kan het nu beter dragen. 

Wie is Ragnild?

Ragnild is moeder van Anouk (15) en onderwijsadviseur hoogbegaafdheid, gespecialiseerd in jonge kinderen. Wat ze in theorie over opvoeding weet, blijkt in de praktijk bij haar eigen kind overigens soms een stuk ingewikkelder. 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter