Ingelise is moeder van drie kinderen (van 10, 8 en 5). Ze blogt over haar leven als (werkende) moeder en wat haar daarin allemaal verwondert.
Met mijn dikke winterjas onhandig achter me aan wapperend, ren ik het stationsplein op. Mijn laptoptas hobbelt op mijn rug. Een blik op de grote klok leert me dat ik nog precies twee minuten heb om mijn trein te halen. Ik zet een sprintje in het lukt me nog net om tussen de deuren naar binnen. Gehaald! Opgelucht laat ik me op een klapstoeltje vallen. Dat scheelt weer een half uur wachten. Toch baal ik ook een beetje van mezelf. Als ik niet nog even dat ene mailtje had gestuurd, dan had ik ruim op tijd kunnen vertrekken en was al die stress niet nodig geweest.
Dat rennen en vliegen is een gewoonte waar ik niet trots op ben maar die ik maar moeilijk uit mijn systeem krijg. Het is niet alleen op het werk, thuis doe ik ook altijd alles op de minuut. Nog snel een wasje opzetten of de poes eten geven. Gevolg is dat ik meestal hijgend kom aanhollen op het schoolplein of bij een lunchafspraak. Gek word ik soms van dat gehaast, maar diep vanbinnen voelt het ook wel lekker productief als ik de hele dag taakjes van mijn to-do lijst kan strepen. Zie mij eens een bezig bijtje zijn!
Na een week lang op bed gelegen te hebben met koorts, doet mijn lijf niet meer mee.
Tot ik deze winter geveld wordt door een gemene griep. Na een week lang op bed gelegen te hebben met koorts, doet mijn lijf niet meer mee. Ik ben vier keer zo langzaam geworden en schuifel als een hoogbejaarde door het huis. Een simpel klusje als het uitruimen van de afwasmachine kost nu me een kwartier en op straat word ik van alle kanten ingehaald. Ineens kan ik tijdgebrek niet meer oplossen door een sprintje te trekken, maar moet ik ruim op tijd van huis gaan.
En dat is eigenlijk best wel lekker. Na aanvankelijke frustratie, realiseer ik me dat ik nauwelijks minder doe dan op een ‘gewone’ dag. Van een mailtje dat een dag later verstuurd wordt blijkt de aarde niet te stoppen met draaien. Als bonus voel ik me een stuk opgeruimder. Geen ontploft hoofd door de half afgemaakte taakjes en geen opgejaagd gevoel.
Je begrijpt, sindsdien heb ik mijn leven gebeterd en doe ik het veel rustiger aan. Ik doe nooit meer drie dingen tegelijk en vertrek altijd een kwartier van te…. ha, ha, nee, natuurlijk niet! Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus ik trek nog steeds regelmatig dat sprintje naar de trein. Maar ik herinner mezelf er nu wel aan om af en toe een pas op de plaats te maken tussen twee klusjes door. Pauzes kosten niets en leveren ook wat op: ademruimte.
1 Reactie
Oh zo herkenbaar! Ik nam me eerder al voor om nooit meer te rennen voor de trein en zelfs dat lukt me niet altijd.