Miloe heeft een dochter van 10 en een zoon van 14 over wie we al heel wat blogs hebben kunnen lezen hier op de club. Ze schrijft natuurlijk niet alleen over haar kinderen. Misschien gaat het eigenlijk wel meer over haarzelf.
‘Hebben jullie dit helemaal zelf gemaakt? Zelf bedacht? Zelf gekocht?’
‘Ja,’ antwoordt mijn veertienjarige quasi nonchalant als hij een bord zelfgemaakte tomatensoep voor mijn neus zet.
‘Wil je er crème fraiche in?’ vraagt hij.
Ik knik en pak mijn lepel. Op tafel branden waxinelichtjes, voor me ligt het menu van vanavond: tomatensoep, pasta carbonade (nee geen spelfout maar een variant op het traditionele recept met ei en spek), yoghurt speciaal. Een uur stond ik in de file, in dat uur verorberden man en dochter het driegangen menu dat mijn zoon en zijn klasgenoot Pim hebben gefabriceerd. Ze serveren het zonder problemen in twee delen en als ik mijn pasta op heb, vragen ze drie keer of ik echt genoeg heb gehad en nemen zelf genoegen met de restjes.
‘Kook voor vijftien euro met verse ingrediënten drie gangen voor je familie,’ luidde de opdracht voor biologie die zoon met twee klasgenoten moest uitvoeren. Het virus en een lange kerstvakantie maakte het plannen – toch al geen kernkwaliteit van tieners – ingewikkeld, en uiteindelijk moesten ze het wegens een quarantaine met z’n tweeën doen. Voor het eerst in weken zie ik hoe mijn zoon opgetogen bezig is met school enals ik aan het toetje begin, slik ik behalve yoghurt en geplette bastognekoeken ook een portie sentiment weg. Ik besef dat zo ongeveer voor het eerst de rollen zijn omgedraaid. Het kind dat ik heb gedragen en gevoerd, waar ik zo lang voor heb gezorgd, dat ik zo vaak achter zijn broek aan zit vanwege zijn chaotische adhd-karakter, dat uitblinkt in tosti’s bakken, dikke lagen chocopasta op boterhammen smeren, lege melkpakken terugzetten in de (koel)kast en pizza’s bestellen, dat kind zorgt nu voor mij. Voor sommige kinderen is koken misschien normaal, voor de mijne is het heel bijzonder. Op het beoordelingsformulier zet ik trots een grote 8,5.
Huh? Hoe kan dat nou!’ roep ik.
Een week of twee later check ik op zoons verzoek zijn rooster in Magister en kan het niet laten om bij zijn cijfers te spieken. ‘Biologie kookopdracht: onvoldoende.’
‘Huh? Hoe kan dat nou!’ roep ik en laat hem mijn telefoon zien.
Hij haalt zijn schouders op. ‘Het verslag was niet goed geschreven.’
‘Heb je het besproken met je docente?’
‘Ja, maar ik begrijp het niet. Er moest iets met hygiëne. Alle meisjes hadden natuurlijk wel weer een voldoende.’
‘Bespreek het nog een keer met haar, jullie hebben zo je best gedaan!’
Hij haalt zijn schouders op. ‘Boeien. Het telt toch niet mee.’
Die avond denk ik erover na. Ik heb mijn zoon vaker horen zeggen dat meisjes hogere cijfers halen voor verslagen. De frustratie die ik daarover voel, heet bij mijn veertienjarige ‘boeien.’ En dat baart me steeds vaker zorgen. Want achter ‘boeien’ gaat een nieuwsgierig karakter schuil. ‘Waarom hebben we wimpers, wat als ik die wattenstok van de coronatest in de icetea doop, waarom wilde Sigrid Kaag minister van Financiën worden? Wanneer ik hem geschiedenis overhoor, veert hij op als het gaat over de beeldenstorm en veldslagen, maar hij moet vooral weten hoe je een onderzoeksvraag formuleert, wat oorzaken, gevolg en argumenten zijn. Het transformeert enthousiasme in met zijn hoofd bonken op tafel, langgerekt gapen en verlangende blikken naar zijn verplicht weggelegde telefoon.
Na lang twijfelen mailde ik zijn mentor, de veertienjarige moet tenslotte leren voor zichzelf op te komen. Hij antwoordde begripvol, had ook het enthousiasme bij de jongens gezien, ze konden precies vertellen wat ze moesten doen, dat alleen al was volgens hem een voldoende waard, schreef hij. ‘Maar natuurlijk is iedere docent anders. De een stuurt op het proces, de ander meer op details.’ Hij wilde graag dat ze het zelf nog een keer aankaartten, want aangeven waar je het niet mee eens bent, hoort bij volwassen worden. We waren het eens. En ik wist ook: mijn zoon gaat dat vergeten. Een gesprek voeren met je biologiedocente over een beoordeling die niet meetelt heeft geen prioriteit voor een 2 Havo scholier.
Sturen op details is niet alleen jammer voor tienerjongens, hun moeders kunnen nog zo’n bord pasta carbonade wel vergeten.
2 Reacties
Herkenbaar dat taal bij veel vakken zo’n impact heeft in plaats van het vak zelf.
Wat heb je dit mooi geschreven. Is voor mij als moeder van drie jongens zo herkenbaar en raakt me echt in het hart. Want ik vind het ook echt jammer dat veel jongens daardoor inderdaad van vol enthousiasme en nieuwsgierigheid naar ‘boeien’ gaan, door de nadruk op goed geschreven verslagen en aandacht voor details. Mooi geschreven!