Kleuter, Lees, Peuter

Moe

Dat je de Chinese muur vanaf de maan kan zien, is een fabeltje. Maar mijn wallen maken op dit moment best kans. Ik struikel erover en krijg ze met een verfroller vol foundation niet meer weggewerkt. Als collega’s je begroeten met ‘was het weer zo’n nacht?’ dan weet je dat je er wel eens energieker hebt uitgezien.
Ik durf daarom ook bijna niet te zeggen dat Lieve en Pepijn sinds twee weken goed lijken te slapen. Sterker nog: ik slaap langer en dieper dan ooit.

Ik had me zo lang verheugd op dit moment. Niet alleen op een nacht doorslapen, want die nachten hadden we heus wel af en toe, maar vooral op gaan slapen zonder de verlammende gedachte ‘hoeveel uur achter elkaar zou ik kunnen maken?’ Ik heb me nooit gerealiseerd hoe bevrijdend het is om in bed te stappen met het idee dat je ook daadwerkelijk kunt gaan slápen.
Alleen, nu komt het gekke: ik ben vermoeider dan ooit. Iedere nacht val ik zo snel in slaap dat ik het lichtknopje van mijn bedlampje nog in mijn hand heb en ’s ochtends word ik wakker met het gevoel alsof ik uit een heel diepe kuil moet stappen. Alsof ik ook letterlijk diep heb geslapen. Toen ik hele nachten oversloeg en niet eens één seconde had geslapen, lukte het me nooit om een middagdutje te doen, dat kon ik niet. Maar nu val ik van de wc van vermoeidheid. Alsof ik 4,5 jaar slaap moet inhalen.

Misschien ben ik gereset. Heeft mijn besturingssysteem de memo ‘het is een fase’ niet helemaal begrepen en gedacht dat dit ‘het is mijn lot’ was. En kan mijn lijf nu dus prima functioneren met hooguit vijf uur slaap, maar niet meer met acht. Misschien moet ik stoppen met op tijd naar bed gaan, maar opblijven tot één uur, mijn wekker zetten rond een uur of drie en een pop kopen die mij midden in de nacht een paar keer in mijn rug kan duwen. Zou het dan weer wat beter gaan? Ik slaap er nog een nachtje over.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter