Baby, Lees, Peuter, Relax

Mijn huis is al lang niet meer zo’n spotless place

“Weet je nog? Eerst je handjes schoon en dan pas van tafel Mads,” zeg ik op mijn strenge-moeder-toon terwijl ik mijn peuter als een malle achterna ren om vervolgens net niet te kunnen voorkomen dat hij z’n pindakaas vingers aan de lichtgrijze, super besmettelijke bank afveegt. Ik zucht en trek het kleedje dat een prachtige collage van melk, jam en pindakaas vlekken verbergt, iets verder over het zitgedeelte.

Ik denk terug aan de tijd van de perfect afgestofte kasten en een altijd opgeruimde tafel. Aan een inrichting die vooral mooi was, niet perse veilig. Zonder rondslingerende race-auto’s of superhelden. Waar je kon lopen zonder te struikelen over de complete inhoud van Bob de Bouwer zijn gereedschapskist. Een huis met een schone bank en een nette slaapkamer waar alle was netjes gestreken en gevouwen in de kasten lag. Aan de tijd dat ik met mijn ogen dicht mijn ‘matching’ bh kon vinden, in plaats van te moeten vissen tussen een potpourri van hipsters, singlets en sokken.

Ik behoor eigenlijk tot het type ‘opgeruimd.’ Nog steeds kan ik met een dikke smile genieten als m’n huis ‘aan kant’ is. Kaarsjes aan, muziekje aan, wijntje erbij, boek open en lezen maar. Of gewoon ogen dicht en relaxen. Een opgeruimd huis geeft me rust, maakt me blij. Maar tegenwoordig zijn dit herinneringen naar vroeger hele gewone avondjes, lijken de beelden in mijn hoofd slechts plaatjes van het huis van een ander dat er zo uitziet. Mijn huis is al lang niet meer zo’n spotless place. Al de hele week zwerven er schoenen door het huis. De kruimels van het ontbijt van zondag dwalen nog steeds ergens over de bank en gister vond ik een plasluier tussen de vuile was. Vroeger genoeg materiaal voor een paniekaanval.

Toen mijn lieve eersteling zelf leerde eten ging er natuurlijk geregeld iets over de vloer. Het maakte me soms echt gek. Maar ergens tussen alle irritatie, ging er opeens een helder licht schijnen. ‘Who cares?’ klonk het door mijn hoofd. Langzaam maar zeker verruilde ik het perfecte schone plaatje voor het plaatje van een huis met kinderen. De vlekken en het rondslingerende speelgoed heb ik als eerste met liefde omarmd. Daar valt in een huis met kleine kinderen niet tegenop te poetsen. En als ik ’s avonds na half negen eindelijk eens een keer klaar ben, wil ik gewoon even doen wat ik wil. Schrijven, lezen, muziek maken, een wijntje drinken, kletsen met m’n liefste, m’n vrienden. Ontspannen dus.

Er zijn nog steeds dagen dat de dikke zooi me aanvliegt. Dan gaat de bezem er net iets harder doorheen. Maar er wordt ook gewoon geleefd met twee kleine kinderen. Ik heb leren relaxen tussen de rondzwervende schoenen. Ik geniet eigenlijk meer dan ooit van dat wijntje op m’n lichtgrijze met melk en pindakaas bevlekte bank. Want juist die vlekken herinneren me elke keer weer aan die prachtige twee kleine wezentjes. Die me verbazen omdat ze iets nieuws doen. Iets geks zeggen. Of gewoon doordat ze zo prachtig mooi zijn gemaakt.  Ze kunnen m’n hart raken met hun ogen. Breken met dat handje op m’n been. Weet je? In die vlekken op m’n bank zit gewoon een hoop liefde. Daar kan geen schoon of gestyled huis tegenop.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter