Kleuter, Lees, Peuter

Mamaaaaaaaa

Er staat een bak stoepkrijt, een emmer water, een waterpistool en een serviesje, dit wordt een heerlijke middag in de tuin. Ik schuif een kinderstoeltje naast me dat dienst mag doen als bijzettafeltje. Een groot glas water en de nieuwe Linda die ik net binnen heb gekregen. Ik blader ‘m door om eerst alle proefverpakkingen en kartonnen advertenties eruit te scheuren die er altijd voor zorgen dat het tijdschrift op die bladzijde openslaat. Dan staat Lieve naast me.
“Mama, wil jij even dit openmaken?”
“Probeer eerst maar even zelf, als het niet lukt kom je maar naar me toe,” zeg ik en ik sla het tijdschrift open.
“Mama, het lukt echt niet.”
Ik trek het plastic van de bak stoepkrijt af en pak de Linda er weer bij. Ze staat met een gigantische bos haar op de cover, maar wil het in haar editorial hebben “over die andere bos.”

“Nee Pepijn!” roept Lieve. “Mama, Pepijn krijt door mijn tekening!”
Zuchtend leg ik het tijdschrift weer weg.
“Zo, Pepijn gaat kopjes koffie zetten, jullie moeten nu echt even zelf verder spelen. Ik blijf hier gewoon zitten, ik wil ook uitrusten.”

“Mama, waar is mijn zonnebril?”
“Mama, wil je de bellenblaas bijvullen?”
“Mama, Pepijn gooit de bellenblaas leeg!”
“Mama, wil je de bellenblaas weer bijvullen? Voor de laatste keer? Echt!”
“Mama, Pepijn pakt het af!”
“Mama, mag ik een ijsje?”
“Mamaaaaaaaaaaaaa!”

Na een uur ben ik pas aanbeland bij de ‘KUTbikinilijn’ en bijbehorende ‘jeukende kruizen’ en ik wil verder lezen!
“Zo, nu is het klaar Lieve en Pepijn,” zeg ik resoluut. “Ik heb een zonnebril geregeld, bellenblaas en een ijsje. Ik moet steeds weer opstaan, nu is het genoeg. Nu wil ik even lezen.”
Ze lijken het te begrijpen. Ik sta uit.

Tevreden laat ik me weer in m’n stoel zakken. Ik neem genoeg de tijd voor mezelf, maar niet als ik thuis ben met de kinderen. Dan sta ik de hele dag aan. Terwijl ze het best even kunnen, ik hoef niet constant alles op te lossen en te regelen, daar worden ze zelfstandig van.
Ik heb de cover nog maar net omgeslagen als mijn lief de tuindeur openzwaait, een stoel pakt, naast me komt zitten en zucht: “Zo, het is zulk lekker weer, ik ben maar wat eerder weggegaan. Ik ga lekker in de tuin zitten.” Hij kijkt mij verwachtingsvol aan en zegt dan: “Ik lust wel een biertje eigenlijk.”
“Je weet waar het staat,” antwoord ik, “daar word je zelfstandig van.”

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter