Inge is getrouwd en moeder van een zoon van twaalf en een dochter van vijf. Wat ze als weerbaarheidstrainer aan kinderen en hun ouders probeert mee te geven, vergeet ze zelf nogal eens toe te passen.
‘Mama, hou jij van jezelf?’
Ik heb net Zora’s tanden gepoetst en we liggen samen in bed. Ik druk haar warme lichaampje tegen me aan. Beneden aan tafel was de boel tijdens het eten behoorlijk uit de bocht gevlogen. Ik verloor mijn geduld omdat Zora voor de zoveelste keer weigerde zelf haar eten op te eten. Maar wel per se een toetje wilde.
Ik heb geschreeuwd, getierd, gedreigd en ben uiteindelijk boos weggelopen.
Nu ligt ze tegen me aan en hebben we het er nog even over. Dat het me spijt. Dat ik schreeuwde en dat helemaal niet wilde.
Haar vraag beneemt me de adem.
‘Waarom vraag je dat?’ vraag ik met een strop om mijn keel. Haar vraag komt onverwacht hard binnen.
‘Omdat mijn vriendin F. zegt dat je pas van een ander kunt houden als je ook van jezelf houdt…’ Ze slaat haar armen over elkaar.
Ik weet even niet wat ik zeggen moet.
‘Ik hou wel van mezelf!’ zegt Zora met een blij gezicht. ‘En jij, mama?’
Ik moet er even over nadenken.
‘Als ik zo schreeuw als net, dan hou ik niet zo van mezelf,’ zeg ik eerlijk.
Houd ik van mezelf?
Kan ik zeggen dat ik tevreden ben met waar ik sta en wie ik ben? Wanneer kun je zeggen dat je in alle facetten echt van jezelf houdt?
Ik weet het niet. Ik weet wel dat ik elk jaar een beetje meer trots op mezelf ben. Elk jaar weer iets meer zelfvertrouwen krijg. Meer ruimte voor mezelf maak, meer bewuste aandacht aan mijn kinderen geef. Elk jaar meer grotere en spannende projecten durf aan te pakken. Elk jaar nog eerlijker tegen mezelf en anderen durf te zijn. Juist óók door toe te geven dat lang niet alles op rolletjes verloopt.
Zora kijkt me nog steeds vragend aan.
‘Ja’, zeg ik uiteindelijk. ‘Ik houd van mezelf. Elke dag een beetje meer.’
Geen reacties