Kleuter, Lees

Loslaten 2.0

“Benja, pas op! BENJA!” schreeuw ik te hard als hij zo diep het meertje inloopt dat het water zijn laarzen instroomt. Ik verontschuldig me meteen. Richting hem en de vriendinnen met wie ik op deze zoveelste kletsnatte dag de regen trotseer. Ik ben graag zo’n moeder die haar kind zonder enige moeite buiten laat ravotten en vies worden, maar de werkelijkheid is weerbarstiger. 

We gingen met z’n allen naar het bos, weer of geen weer. Ik was erop voorbereid dat Benja de finish van de wandeling compleet doorweekt en onder de modder zou halen. Ik had niet voor niets droge kleren meegenomen. Toch lukt het me niet om me eraan over te geven. ‘Straks wordt hij ziek’ speelt in mijn hoofd haasje-over met ‘ik heb geen zin om wéér alles te wassen’, terwijl ik best weet dat het een verloren strijd is. 

Twee dagen eerder waren we in de speeltuin. De zon scheen en ik vergat spontaan de regenbuien van daarvoor. Dus waren we zonder laarzen en oude broek vertrokken. Binnen de kortste keren waren Benja’s witte schoenen zwart en had hij z’n broek tot zwembroek gedoopt. Na mijn laatste verwoede poging om zijn kleding te redden kwam er een meisje naast me zitten. “Ik mag van mijn mama niet meer in de modder spelen. Ze zegt dat ik nu, omdat ik acht jaar ben, een dame ben. En dames spelen niet in de modder. Ik vind dat wel jammer, want het ziet er zo leuk uit wat hij aan het doen is.” Ik geef niet toe dat ik haar moeder snap. Dat Benja zo vies laten worden voelt als loslaten 2.0. Tegelijkertijd neem ik mezelf voor hem nooit een heer te laten worden. Nog geen 48 uur later wankelt die belofte al. 

We vervolgen onze weg door het bos. De plassen worden steeds groter, en daarmee de aantrekkingskracht. Na een laatste ‘pas op, want straks ben je echt helemaal nat’ is er geen houden meer aan. Nog voor ik goed en wel doorheb wat er gebeurt, danst Benja vrolijk op z’n sokken door de modderpoelen. 

Een uur later zijn we weer thuis. De wasmachine draait, we hebben allebei gedoucht en Benja zit met frisgewassen haren op de bank Ernst en Bobbie te kijken. Ik veeg met mijn duim een vergeten spetter modder van z’n wang, kan hem wel opvreten van verliefdheid en weet: schoon waardeer je pas echt als je daarvoor goed vies was.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter