Natanja blogt over haar leven als moeder van een dochter van tien en een zoon die nét acht is geworden. En op zijn verjaardag altijd wil horen hoe hij ter wereld is gekomen.
‘Je werd geboren in een fikse hittegolf, bij bijna 40 graden. De eerste week zaten we als lijm aan elkaar vastgeplakt. De kraamverzorgster had nog nóóit meegemaakt dat een baby zijn eerste week in alleen een ieniemienie luiertje doorbracht. Zonder sokjes, muts, of kruik. Het was alleen maar zonnig, en heet. Bloedjebikkelheet.’
Ik trek mijn zoon op schoot, hijs zijn benen omhoog en probeer ze om die van mij te vouwen. Het is de bedoeling dat dat allemaal heel soepel en schattig gaat, maar hij wordt te groot, te zwaar, te oud. Maar, hij zit. Hij is jarig, en dat betekent maar een ding. Braaf zijn bevallingsverhaal ondergaan. Gelukkig luistert hij nog steeds stralend naar me, dus zolang hij nog niet oogrollend en met de vingers in zijn oren wegloopt, neem ik het ervan.
Ik vertel hoe de dag verliep. De ochtend bracht ik nog door op een stretcher in de achtertuin, ‘s middags lag (stond, hing) ik na een Formule 1-race over de A12 te puffen in het ziekenhuis. Na een paar uur bikkelen bracht ik een blakende baby ter wereld. Het was een bevalling om door een ringetje te halen.
Ik val stil om de spanning op te voeren…
‘Om kwart voor zes ‘s middags was je er!’ vertel ik. ‘En anderhalf uur later mochten we met je naar huis. We reden over de snelweg naar huis, namen de afslag naar ons dorp, en ineens!’…
Ik val stil om de spanning op te voeren….
‘Ineens viel mijn oog op iets geels langs de weg. En wist ik wat ik nodig had. Direct. Geen twijfel over mogelijk.’
‘Ja, mam? Wat dan?’ (na al die jaren is het antwoord allang bekend, maar hij speelt graag het spelletje mee).
‘Een hamburger!’ Zeg ik vrolijk.
‘Huh?’ (nog steeds in zijn rol).
‘Ja, echt!’
Wat barstte ik van de honger. Ik had nauwelijks geluncht, urenlang honderdduizendmiljoenen calorieën verbrand, en na deze prestatie voldeed dat boterhammetje in het ziekenhuis niet bepaald. Koolhydraten had ik nodig. Vetten. Saus. Nu.
Ik smeekte mijn man om de M te volgen. Monter nam hij de afslag, dondersgoed wetend dat je de orders van een overhormonale en pas bevallen vrouw direct en zonder morren moet opvolgen. Anders krijg je het kolfapparaat naar je hoofd. Daar gingen we, met een twee uur oude baby, gracieus door de McDrive. Bij de praatpaal deed ik verlekkerd mijn bestelling. Milkshake, friet, burger, kom maar op. Doodop maar voldaan installeerde ik me even later op de bank.
Mijn zoon doet enthousiast mee. ‘Toen was je heel gelukkig, hè mam?’
‘Zeker,’ antwoord ik. ‘Ik was dolgelukkig. Met jou, met hoe goed het was gegaan, met de steun van papa. Het was een zwoele zomeravond, en ik had een tevreden en gezonde baby op de borst. Meer kon ik niet wensen. Maar bovenal? Was ik heeeeel gelukkig met mijn hamburger.’
Geen reacties