Kleuter, Lees

Kinderlogica

Inge is moeder van een zoon van elf en een dochter van vier. Een dochter die het nu in haar hoofd heeft gehaald geen ‘mama’ meer te zeggen, maar gewoon haar voornaam.

‘Inge? Mag ik wat lekkers?’
Ik kijk op van mijn krant.
‘Nee, het is nog ochtend, lieverd.’
‘Maar ik wil een lolly, Inge.’
Ze kijkt me doordringend aan.
Ik zwijg.
Alsof ze weet wat ik denk, zegt ze: ‘Ik mag je toch wel Inge noemen, mama?’
‘Eeeh, ja, dat mág wel,’ begin ik. ‘Maar ik snap niet zo goed waarom.’
‘Gewoon omdat ik dat leuk vind,’ roept ze terwijl ze huppelend de kamer verlaat. Ik kijk haar verbijsterd na.
Ik leg mijn krant weg. Waarom vind ik het eigenlijk zo vervelend als ze me Inge noemt? Ik ben toch niet alleen maar mama? Ik ben toch vooral Inge? Geliefde, vriendin, schrijver, zus, dochter, trainer, vrijwilliger? Een mens, een onafhankelijke vrouw die weet wat ze wil en wat ze belangrijk vindt?

Als Zora en ik ‘s avonds in bed liggen, begin ik er toch nog even over.
‘Kun je me vertéllen waarom je me nou ineens Inge noemt in plaats van mama?’
Ze kijkt me onderzoekend aan.
‘Papa noemt jou toch ook zo?’ antwoordt ze na een tijdje.
Dat is een kinderlogica waar ik niet tegenop kan.
‘Maar papa noem je toch ook geen Rudolf?’
‘Nee, die noem ik daddy.’ Ja, dat is waar. Lié-ve daddy.
‘Daddy en Inge dus?’
‘Ja.’
‘Ok.’

Ik kan daar niet zo goed tegen

Zora is een meisje dat het liefst alles zelf bepaalt. Het moet op haar manier en dat maakt ze in de meeste gevallen vooral duidelijk door in commando’s te praten en haar zinnen standaard te beginnen met ‘Jij moet…’ of ‘Ik wil…’
Ik kan daar niet zo goed tegen.
Het lijkt wel of ze – door mij bij mijn voornaam te noemen –  nog meer duidelijk wil maken dat zij de baas is. Als zij bijvoorbeeld een appeltje in hele-boele kleine stukjes in een bakje wil, bijvoorbeeld. Of als ze een beker met limonade wil, maar dan wel met een rietje erbij.

Ik besluit er geen aandacht meer aan te besteden. Dat maakt het alleen maar erger. Omdat ze weet dat ze mij daarmee in de tang heeft.
Heel even lijkt dat te werken.

‘Ik heb honger, mama.’
‘Dan eet je een bruine boterham.’
‘Maar ik wil een snoepje.’
‘Als je honger hebt, eet je een boterham…’
Ze zucht. ‘Met die lekkere salamiworst, bedoel je ? En zonder pitjes?’
‘Ja, die bedoel ik.’
‘Ga maar maken dan.’
Ik zwijg.
‘En dan daarná een snoepje, ok, mamaatje?’
Ik geloof mijn oren niet.
‘Mag ik je wel mamaatje noemen, mama?’

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

2 Reacties

  • Reageer Bianca 18 februari 2021 at 07:18

    Omdraaien: je bent één van de twee mensen op de wereld die mij mama mag noemen (en op je voornaam niet reageren…)

  • Reageer Ruth 18 februari 2021 at 09:16

    Grappig INGE 😉 Ik herken dit ook bij mijn puberzoon. Hij noemt me doorgaans mama, maar als hij boos is gebruikt hij het om me uit te dagen: “toch, Rúth?!” “Bemoei je er niet mee, Rúth!” En het irriteert mij mateloos. Als ik hem erop aanspreek zegt hij uiteraard ook dat er niets mis mee is, want het is toch mijn naam. Ik vertel hem dan dat hij mijn naam misbruikt om een punt te maken en me uit te dagen en dan vind ik het niet Ok. C’est le ton qui fait la musique.. Hij is natuurlijk wel 12, tegen de kleuterlogica zou ik het ook moeilijk hebben 😉 Maar als een kind bewust switcht tussen ‘mama’ en je naam komt dat inderdaad manipulerend over.

  • Laat je reactie achter