Lees, Peuter

Karma

Ik dacht echt dat het geen kwaad kon. Sterker nog, ik zag onszelf de volgende ochtend al zitten. Uitgerust en lachend aan ons zondagse ontbijt met warme broodjes, middelhard gekookte eitjes en versgeperste jus. We zouden elkaar vertellen hoe lekker we hadden geslapen. Dat we helemaal niet hoefden te wennen aan de nieuwe nachtelijke geluiden en dat we best zin hadden in de eerste dag met z’n drieën in ons nieuwe huis, maar dat we zonder dat iemand het uitsprak wisten dat we het liefst de tijd vooruitschoven, zodat we weer op onze net uitgepakte en fonkelnieuwe matrassen die aanvoelden als zachte wolkendekken mochten gaan liggen. 

“Nee joh, dat hoeft echt niet,” had ik de avond ervoor tegen Joost gezegd toen hij opperde om het onderbed van Benja’s nieuwe bed uit te schuiven, omdat de zijsteunen bij Ikea waren uitverkocht. “Denk je niet dat hij eruit valt? Hij heeft nog nooit in een groot bed geslapen,” voegde hij er nog aan toe. Ik zei dat dat wel mee zou vallen en dat we beter niet aan dit soort voorzorgsmaatregelen konden beginnen. “Voor je het weet is hij eraan gewend en slaapt hij niet meer zonder opvangmat naast zich. En ik weet al wat er dan gebeurt. Na drie dagen hebben we allebei geen zin meer om dat bed ’s ochtends in te schuiven – het moet er ’s avonds tenslotte toch weer uit – en dan is zijn mooie tractorkamer binnen een week getransformeerd tot etalage van de IKEA-beddenafdeling. En dat stond niet in het interieurplan.”

Nog geen drie uur later word ik gewekt door een harde klap, gevolgd door enkele seconden stilte die overgaan in hard gehuil. Ik spring mijn bed uit, ren naar Benja’s kamer en struikel over een jongenslichaam op de grond. Ik til hem op en knuffel en kus hem harder dan nodig is. Los van de schrik en een bult op zijn hoofd heeft hij nergens last van.

De rest van de nacht ligt hij naast me. Hij snurkt zachtjes en ik weet dat hij intens geniet van de kans die zijn val hem heeft geboden. Tussen papa en mama in slapen is namelijk wat hij het liefste doet, een nieuw grote jongensbed of niet. Ik daarentegen doe geen oog meer dicht. Ik laat mijn tranen de vrije loop, vecht tegen gedachten als ‘Wat ben je toch een slechte moeder’ en ‘Hij houdt hier vast een hersenbeschadiging aan over’ en neem mezelf voor om ‘s ochtends als eerst de zijsteun die ik van ons neefje mocht lenen op te halen. 

Als we de volgende ochtend nog voor het zondagse ontbijt die zijsteun op Benja’s bed aan het schroeven zijn, appt mijn zusje. ‘Hoe sliep je nieuwe bed?’ Ik reageer dat ik echt geen idee heb. ‘Maar dat is mijn eigen schuld. Iets met karma,’ stuur ik haar erachteraan.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter