Baby, Lees

Kan ik dat wel?

“Ik hou van jou, meisje,” fluister ik in je oor. Drie weken oud ben je. Je bent kerngezond ter wereld gekomen. Bijna een week over tijd. Gezien jouw 2900 gram en de antibioticakuur die je broer Jesse en ik die week ervoor nog hadden misschien maar beter ook. En nu lig je hier te slapen op mijn arm. Een druppel melk glinstert op je kin.

“Nu krijg ik eindelijk m’n zusje!” riep je grootste broer Mads blij, toen we hem vertelden dat ik zwanger was. En toen bleek je écht een meisje te zijn. Ik kreeg een dochter! En Mads zijn zusje! Maar kan ik dat wel, een dochter opvoeden in deze wereld?

Met een steek in mijn buik denk ik aan mijn eerste verliefdheid. Aan mijn onzekerheid en pijn die toen ik mijn eerste vriendje betrapte met het meisje van verderop. Aan het gedraai en gemaal in mijn hoofd over studie en werk. Over waar m’n grenzen lagen in vriendschappen die meer van me vroegen dan ik wilde geven. Ik heb best veel afgehuild tijdens mijn reis naar volwassenheid, had altijd het gevoel meer te moeten doen op gebied van werk en soms ook in relaties, om mezelf te bewijzen of een ander te pleasen.

Dit alles gun ik jou niet. Je broers trouwens ook niet. Ik weet dat Mads en Jesse deze reis ook moeten afleggen. Dat het maken van keuzes voor hen als man niet per se makkelijker is. Maar toch. Ik heb het gevoel dat we als vrouw vaak harder moeten werken om ambities waar te maken en op waarde geschat te worden. Niet alleen op professioneel vlak.

Ik kan jou niet beloven dat je de blauwe plekken van het leven kunt ontwijken. Maar ik kan je wel een andere belofte doen. “Ik hou van jou, meisje. Je bent zo kostbaar. Papa en ik doen ons best je groot te brengen met een goed zelfbeeld. Dat je weet dat je waardevol bent en je dromen en ambities kunt waarmaken en je daarvoor niemand anders hoeft te behagen. Dat het mooier en het belangrijkste is om te doen waar je hart je heen leidt.

We zullen je broers opvoeden met gezonde normen en waarden als het gaat om omgang met vrouwen zodat je thuis leert hoe het hoort en dat als standaard neemt. We doen ons best voor jullie allemaal. Beloofd.”

Over m’n andere wang rolt inmiddels ook een traan, die eindigt op jouw voorhoofd. Je schrikt er van en draait je hoofd weg. Ik kus de traan weg en fluister zachtjes nog een laatste belofte in je oor. “En als er toch mensen zijn die je kwaad doen, laat ze dan maar oppassen. Met twee grote broers, een sterke vader en strijdlustige moeder is dat namelijk niet het slimste om te doen.”

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter