Natanja blogt over haar leven als moeder van een zoon van tien en een dochter van twaalf. En over zichzelf natuurlijk 😉
‘Maaaam, ik ben klaar!’ Vanaf de overloop roept zoon me voor het bedritueel. Douchen, tandenpoetsen en in bed kruipen kan hij al jaren prima zelf, maar er is niets fijners dan samen de dag doornemen en even voorgelezen worden.
Eenmaal in zijn slaapkamer klimt hij in zijn halfhoogslaper. Hij gaat er lekker voor liggen. In het licht van zijn nachtlampje lees ik een paar bladzijden voor.
‘Mam,’ murmelt hij als het zover is om te gaan slapen.
‘Wil je me instoppen zoals papa doet? Als een worstje?’
Als een gebakerde baby lig je heerlijk strak ingepakt.
Inpakken als een worstje betekent dat mijn man de dekens zo dicht om je heen metselt dat je geen kant meer op kunt. Als een gebakerde baby lig je heerlijk strak ingepakt. Zelfs ik vraag er wel eens om, als ik een intense dag heb gehad, of het koud heb, en me even heel geborgen wil voelen.
‘Tuurlijk!’ zeg ik. Uiteraard kan ik deze taak prima vervullen.
Ik duw en prop zijn dekbed en wollen deken om zijn benen heen. Het moet een beetje hardhandig om effect te hebben. Dat hij op mijn borsthoogte ligt helpt niet bepaald, staand op mijn tenen hang ik half over hem heen. Terwijl ik de contouren van zijn lange lijf volg vertel ik proppend en vouwend hoe heerlijk hij zijn bakerslaapzak als baby al vond, en hoe komisch het was als ik die open ritste en hij zijn armen direct boven zich uitstrekte, als een juichende supporter.
‘Nee mam. Het is nog niet goed.’
Tevreden kijk ik naar het resultaat. Mijn kind van ruim anderhalve meter lengte ligt er werkelijk als een worstje bij. ‘Zo?’ Vraag ik.
‘Nee mam. Het is nog niet goed.’
Ietwat gefrustreerd bekijk ik waar ik verbeteringen kan doorvoeren. Hoezo kan ik dit niet even goed als zijn vader? Verhit prop ik nog wat verder.
M’n zoon moet steeds harder lachen om mijn gefrot.
‘Maaaham, dit helpt niet.’
Dan geef ik het op. Plagerig gooi ik z’n knuffel richting zijn hoofd. ‘Nou zeg, dan moet je vader voortaan maar weer komen.’
Ik probeer mijn teleurstelling te onderdrukken, doe het slaapkamerlicht uit en geef hem een klopje op z’n benen. ‘Dag lieve jongen, welterusten. Bedankt voor een gezellige middag.’ Ik plant een kus ergens op z’n hoofd.
‘Ik weet iets waar je goed in bent mam,’ klinkt vanonder de dekens.
In de deuropening draai ik me naar hem toe. ‘Wat dan?’
‘In lief zijn.’
Geen reacties