Baby, Lees

Hij wil mij niet

“Hij wil mij niet,” zeg ik tegen mijn man terwijl ik mijn krijsende eenjarige in zijn armen parkeer. Nog voordat zijn volledige lichaampje is overgeheveld, is hij stil. Hij kijkt mij aan alsof ik gek geworden ben. Hoe haal je het in je hoofd mij op te tillen? zie ik hem bijna denken.

Het is niet de eerste keer dat ik hem niet stil krijg. Sterker nog, ik vraag me de laatste tijd wel eens af of hij überhaupt wel weet dat ik zijn moeder ben. Op het moment dat mijn man het puntje van zijn grote teen over de drempel heeft gezet, ben ik als lucht voor mijn jongste zoon. Zelfs eten of lichtgevende schermen verliezen hun aantrekkingskracht. En ons favoriete liedje “klap eens in je handjes” inclusief hand- en wiebelbewegingen, wat normaal het meest hilarische onderdeel van de dag is, veroorzaakt juist dan een jankstorm. Heel frustrerend.

“Zou er door alle onrust in het begin toch iets mis gegaan zijn in de hechting tussen Jesse en mij?” vraag ik ’s avonds aan mijn man. “Ik bedoel, het is toch raar dat hij zo naar mij doet. Ik ben zijn MOEDER.” M’n man lacht, maar zodra hij de uitdrukking op mijn gezicht ziet stopt hij. “Je maakt je echt zorgen hè?” Ik knik en voor ik het weet nemen mijn gedachten mij mee naar de diagnose ‘hechtingsstoornis’. In gedachten schrijf ik de eerste afspraak met de therapeut al in mijn agenda.

“Weet je Daan,” begint mijn man, “zo voelde ik me ook heel vaak. Nog steeds wel eens.” Verbaasd kijk ik hem aan. Een “Hoezo?” verlaat mijn mond voordat ik er erg in heb. “Mads doet precies hetzelfde naar jou, al sinds hij geboren is. Dat maakte mij ook vaak zat onzeker. Maar hij weet echt wel dat ik zijn vader ben en ik weet ook dat hij van mij houdt. Zijn voorkeur ligt alleen bij jou. En die van Jesse bij mij.”

Hij heeft een punt. Mads is het meest gefocust op mij. Alles is “nee mama doen” en “papa mag dat niet”. Daar gaan we niet altijd in mee, maar soms is het wel makkelijker. Net als dat het voor mij een hele tijd makkelijker (of eigenlijk beter) was dat mijn man de nachtvoedingen deed, zodat ik kon bijslapen.

“Je hebt gelijk. Je hebt ook heel veel tijd met Jesse doorgebracht. En Mads claimt veel tijd van mij. Misschien moeten we dat maar eens anders gaan doen. Zodat ze ons allebei gewoon accepteren. Zonder geschreeuw,” zeg ik tegen hem.

Na wat research komen we erachter dat voorkeur voor een bepaalde ouder niet gelijk een hechtingsstoornis is, maar tot één van die eeuwige, fases behoort. We lezen wat tips en maken samen een plan. De in gedachten gemaakte afspraak met de therapeut wis ik uit mijn geheugen. In plaats daarvan schrijf ik “ochtendje Quality-Time met Jesse” in mijn agenda. Want van deze fase gaan we geen monster maken.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter