Elsbeth is oprichter van deze club, schrijver van onder andere het boek Snap dat dan!, moeder van Keet (20) en Teun (14) en getrouwd met Henno.
Helpen met huiswerk: toen we dat in corona-tijd moesten doen liet ik het liever over aan zijn vader. Die had aanzienlijk meer geduld. We zijn een paar jaar verder. Het kind zit in 3 havo. Nadat we hem in het eerste vmbo/havo-brugklasjaar een beetje hadden laten aanmodderen (we dachten dat het wel ging), besloten we hem in het tweede brugklasjaar toch meer te helpen. Nee, ik deed dat niet altijd juichend, maar we vonden er wel onze weg in. En belangrijker: het hielp hem wel met ‘leren leren’, langzaam kregen we er allebei meer lol in en het resulteerde erin dat hij in de derde naar de havo mocht.
Toen ik onlangs weer een keer met hem boven zijn Getal en ruimte-boek zat, en ik een Instagram-story maakte waarin ik liet zien hoe we een ‘juich-app‘ aanzetten als we een som goed hadden, kreeg ik dit berichtje van Frederike:
Kun je een keer een rondje tips doen voor helpen met huiswerk en hoe je dat leuker kunt maken? Onze zoon krijgt nu z’n eerste huiswerk en hij vindt het echt verschrikkelijk (ondanks dat het hem vrij makkelijk afgaat). Deze relaxte moeder heeft geen oneindig geduld met dwarsigheid (😇🙈), dus tips zijn welkom. 😅
Dus: here we go!
Timing is key!
Een belangrijke eigenschap van kinderen, en vooral pubers, is dat velen als het op huiswerk aankomt, geen sterren zijn in plannen. Als het over iets gaat waar hun hart naar uitgaat (nieuwe release van hun favoriete game, lancering van een nieuwe sneaker, een date met vrienden), dan lukt het plannen vaak wonderbaarlijk goed, maar bij huiswerk lijken de planningsvaardigheden als sneeuw voor de zon te verdwijnen. Dat is niet per se onwil, dat komt door de bedrading van het puberbrein. Maar laat planning en timing bij huiswerk nou juist zo belangrijk zijn. Er af en toe naar vragen, is dus geen overbodige luxe. Ze hebben jou als ouder nog nodig om te leren dat plannen belangrijk is, en hóe je dat doet. Bovendien moet jij zelf ook bedenken wanneer het voor jou het beste uitkomt om te helpen. Want helpen met huiswerk en je geduld bewaren gaat een stuk beter als de timing voor jou ook handig is. En als je niet ondertussen ook bedenkt wat je verder allemaal had kunnen doen, of als je hoofd al bomvol zit van een volle werkdag.
Intrinsieke motivatie is niet vanzelfsprekend, maar je kan wel aan wat knoppen draaien
Ze zullen er vast zijn: kinderen die uit zichzelf fluitend aan het huiswerk gaan. Maar als je dit blog leest, dan is dat bij die van jou waarschijnlijk niet zo. Helaas is er geen wonderpil die de motivatie van je kind aanwakkert, maar… uit alle theorie die we inmiddels kennen over motivatieleer weten we wel dat mensen meer intrinsiek gemotiveerd zijn als er wordt voldaan aan drie basisbehoeften, te weten: verbondenheid, autonomie en competentie. Wat betekent dat? En hoe doe je dat met huiswerk?
Draai aan de knop van verbondenheid
Verbondenheid is de behoefte om te weten waarom en voor wie je iets doet. Als je zelf een klus moet doen die er voor jouw gevoel niet toe doet, of die niet belangrijk is, dan is het moeilijk je daartoe te zetten. Je moet je verbonden voelen met iets of iemand wil je in actie komen. Dat geldt voor pubrs natuurlijk ook. En voor hun is het soms (vaak?) nog lastiger om in te zien wat iets met hem of haar te maken heeft. Geef ze dus context. Zodat ze zich beter kunnen verbinden.
Betrek bijvoorbeeld zaken uit het dagelijks leven bij vakken die lastig zijn: laat zien wat natuurkunde met koken te maken heeft, of hoe Franse woordjes handig zijn op vakantie. Toen Teun bij scheikunde moest leren of iets mengbaar of oplosbaar was, maakten we de gekste drankjes in de keuken. Maar verbinding kan ook betekenen dat je iets doet omdat je met iemand verbinding hebt.
Vraag ook eens naar zijn of haar relatie met de docent van dat vak, en kijk of daar een haakje is. En vooral: maak eerst zelf verbinding met hem of haar voordat je begint over school of huiswerk. Zie dat huiswerk ook als een manier om een moment van verbinding te hebben.
Draai aan de knop van autonomie
Autonomie is de behoefte aan ruimte om zelf keuzes te maken. Als je zelf een klus moet klaren, doe je dat ook het liefst op je eigen manier, zonder dat iemand je op de vingers kijkt. Voor opgroeiende jongeren is de behoefte aan autonomie ook groot. Die zijn aan het opgroeien en zich aan het losmaken en willen daarbij dingen graag op hun eigen manier doen. En dat is precies de bedoeling op hun weg naar volwassenheid. Dankzij hun brein in verbouwing zijn ze hier alleen nog niet altijd even handig in.
Dus: help wel, maar handel steeds meer vanuit toenemende gelijkwaardigheid. Zeg: ‘Je hebt over een week je natuurkundetoets. Hoe zorg je ervoor dat je voldoende tijd hebt om dat nog te leren?’ In plaats van: ‘Je moet deze week iedere dag een half uur natuurkunde leren.’ C’est le ton qui fait la musique zullen we maar zeggen, en dat steekt bij een puber behoorlijk nauw.
Check wel of ze er zelf uitkomen en stel vragen om ze te ondersteunen: ‘Lukt het een beetje?’
‘Heb je alles scherp?’
‘Laat je het weten als…?’
‘Kan ik je ergens mee helpen?’
Draai aan de knop van competentie
Competentie is de behoefte aan vertrouwen dat het gaat lukken. Iets doen waar je goed in bent, is over het algemeen leuker dan iets doen wat steeds mislukt. Nog sterker dan wij hebben pubers het nodig om het vertrouwen te hebben dat ze iets kunnen. Niks motiverender dan zelfvertrouwen, het gevoel dat je gaat slagen in de taak die voor je ligt. Geef daarom waardering voor inzet en benoem waar je kind talent voor heeft:
‘Ik zie echt een groot verschil met vorige week.’
‘Ik merk dat je dit echt snel oppikt.’
Dit soort kleine opmerkingen kunnen écht het verschil maken. Benadruk ook het belang van oefenen, in combinatie met bewuste leerstrategieën. Leer je kinderen hoe te leren. Ze mogen fouten maken, dat betekent niet dat ze niet goed bezig zijn. Dus: geef ruimte voor falen. Laat ze een keer die onvoldoende halen. Ook al zag jij het al van mijlenver aankomen. Bespreek daarna wel hoe het anders had gekund. Door vragen te stellen, niet door ze de les te lezen.
Teun’s tip
Toen ik dit blog af had, vroeg ik Teun nog wat hij in de afgelopen twee jaar vooral heeft geleerd over huiswerk maken: nadat hij eerst lachend de juich-app benoemde, antwoordde hij: ‘dat je hulp moet vragen als je iets lastig vindt. Van je ouders, of iemand anders die je kan helpen.’
To be continued
Tot slot dacht ik ook nog terug aan een moment waarop Teun een halve dag voor een toets Spaans ontdekte dat hij die toets had, en er nog niks aan had gedaan. Nadat de paniek was gezakt, kwam zijn vader met een aanpak gebaseerd op gaming. Daarover een volgende keer meer!
Meer tips om je kind te helpen in de eerste jaren van de middelbare? In dit blog nog wat meer tips.
Snap dat dan!
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op ons net verschenen boek Snap dat dan! Een boek dat je helpt om je puber (en jezelf) door de huidige turbulente tijden te loodsen.
We zijn allemaal puber geweest, en met ons is het ook goed gekomen! We hadden dezelfde gierende hormonen en hetzelfde puberbrein als de pubers van nu. Alleen: de wereld is niet meer hetzelfde. Van prestatiedruk tot Andrew Tate, van Snapchat tot klimaatverandering. Bovendien zijn wij ook andere opvoeders dan onze ouders waren.
Met dit boek leer je je pubers zien in het licht van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen. En met de tips uit de toolbox leer je bijvoorbeeld hoe je een goed gesprek voert met je puber, leer je grenzen te stellen, of ze (ja, echt) in beweging te krijgen. Snap dat dan! Het boek is onder andere hier verkrijgbaar.
Geen reacties