Natanja blogt over haar leven als moeder van een zoon van negen en een dochter van twaalf. En over zichzelf natuurlijk š
āFijn dat ik je weer zieā. Mijn hartsvriendin tikt haar wijnglas tegen het mijne. In een stampvolle buurtkroeg praten we bij. Onze vriendschap startte op de eerste dag van onze studie, sindsdien delen we lief en leed. Onze oudste kinderen schelen drie weken met elkaar, de jongste kinderen een paar maanden. Van box tot brugklas, in iedere fase lopen we tegen dezelfde genoeglijke geneugten van het moederschap aan.
āHoe gaat het met jouw brugklasser?ā vraagt ze.Ā
āIk heb werkelijk geen flauw idee’, antwoord ik.Ā
Ze grinnikt. āHerkenbaar. Had jij dat vooraf kunnen bedenken?ā
āNeeā zeg ik.
Nee, dit gevoel verraste me dit jaar volkomen. Ik pak een handvol pindaās enĀ denk terug aan mijn dochtersā babytijd, toen ik me minstens vijf dagen per week behoorlijk clueless voelde. Steeds als ik dacht mijn kind door te hebben bleek mijn kennis achterhaald. Hadden we op maandag de slaapjes ācheckā, dan werd het op dinsdag een janboel. Lustte ze door-de-week nog zoete aardappel, in het weekend keek ze verongelijkt naar haar kommetje geblenderde prut. Waar ze het ene moment blij van werd, zorgde het volgende moment voor groot verdriet. Wat dacht ik vaak: hoe wĆ©rk jij?! Wat heb je nodig?Ā
Ik puzzelde dag na dag haar handleiding in elkaar.
Dat gevoel verdween in de jaren die volgden – want mijn dochter leerde zich uiten en werd steeds meer haar eigen ik, ik puzzelde dag na dag haar handleiding in elkaar en kreeg meer vertrouwen – samen vonden we onze weg. Ik kende haar school, haar dagindeling, haar vriendinnen.
Nu is dat voorbij.
Mijn dochter vertrekt in de vroegte naar school en roept āhoiā bij terugkeer. Verder komt mijn diepte-interview niet. Ze vertelt sporadisch over haar belevenissen – maar wat ze voelt of denkt houdt ze voor zichzelf. Ze smoest met haar vriendinnen, live of op Snapchat. Soms hoor ik een lachsalvo terwijl ze elkaar Facetimen. Waarover het gaat? Ik moet er naar gissen. En dan is er nog de vloedgolf aan hormonen. Het ene moment krijg ik spontaan dikke knuffels en fluistert ze dat ze van me houdt, het andere moment kijk ik naar een dichtgeslagen slaapkamerdeur na een woest en keihard āje begrijpt er niks van!!ā Dat klopt, denk ik dan, terwijl ik afdruip. Mijn dochter ontwikkelt zich in rap tempo op afstand van mij en ik voel me net als twaalf jaar geleden. Ik kijk toe en denk: hoe wĆ©rk jij? En: wat heb je nodig?
Tja, ook hier moeten we doorheen, concluderen vriendin en ik terwijl we een volgend glas bestellen. We hopen er maar op dat het goedkomt met ze, en ondertussen proberen we het moederschap een beetje op ze uit. Ach, we hoeven onze koters in ieder geval niet meer te verschonen, en eten schuiven ze nu zelf naar binnen. Daās toch iets!
We proosten nog maar eens. Op onze pubers. En op geen flauw idee hebben.





Geen reacties