8 januari werd onze single mom Lisa positief getest op corona. Dat werd thuis quarantaine voor haar en haar 5- en 7-jarige.
“Eindelijk rust.” Zeg ik terwijl ik mezelf op de bank neerleg. Zitten is trouwens ook niet mogelijk in mijn nieuwe spijkerjumpsuit. Ik sluit mezelf de komende dagen op en drink binnen een half uur precies genoeg wijn om de deur vandaag ook niet meer legaal uit te mogen. Ik heb de gordijnen dicht gedaan en Qmusic met het Foute Uur iets te hard aangezet toen mijn kinderen zojuist vertrokken naar hun vader.
Vrijdag acht januari kreeg ik een positieve coronatest uitslag. De veertien dagen die daarop volgde zat ik opgesloten in een bajes met twee kinderen. Er kwam soms wel bezoek voor het raam, maar het bezoekuur duurde nooit een uur en wij zaten er maar verloren bij aan de binnenkant van het raampje. Dat ons zo’n lange celstraf te wachten stond, wisten we op acht januari nog niet. Ik was van plan om zeven dagen te zitten en dan weer verlof te mogen opnemen. Desnoods met een enkelband.
Ik kan dit niet. Jawel. Ik kan dit. Nee. Ik kan dit niet. Lisa. Als je dit kunt, kun je alles. Oké. Ik kan dit. Niet!
Soms zijn de feiten hard en is de uitspraak helder. Dit was niet het moment om te zeggen ik kan het niet, ik heb hier geen zin in, ik zie hier tegenop of ik wil dit niet. Ik kon het allemaal zeggen, maar ik moest het toch hoe dan ook doen zoals me opgelegd was.
En dus realiseerde ik me dat ik twee opties had, optie één, me hier klagend en verzettend doorheen worstelen of optie twee: er doorheen komen met de ik-ga-dit-doen-houding. En we gingen het nog leuk maken óók. Ik zorgde dat ik elke dag een lach op mijn gezicht toverde, al moest die lach uit mijn tenen komen. Ik beloofde dat ik niet zou schelden, niet schreeuwen en geen dingen zou zeggen uit onmacht waar ik drie tellen later alweer spijt van zou hebben. We gingen hiervoor. Als we dit konden, konden we alles.
De dagen sudderden voorbij en voor het eerst in jaren huilde ik. Maar ik zei geen dingen waar ik spijt van zou krijgen, ik schold en schreeuwde niet. Die lach was er elke dag, ook als er een bordje boerenkool met worst naar mijn bed werd gebracht en ik van het treurig hoopje voer een foto maakte en naar een vriendin stuurde. ‘Heb je tenminste nog een keer een fatsoenlijke worst’.
“Eindelijk rust,” zeg ik. Maar wat is het hier stil. Wat mis ik die lieve omarmingen, kusjes, die zestien dozen A4 papier volgekleurd met vrolijke kunstwerken, de bordjes eten in bed, de boodschappenbezorgservice die we met z’n drietjes uitpakten alsof het een groot cadeau was, de appelflappen met cola die we aten als ontbijt en de optredens die jullie volledig in bijpassend kostuum gehuld voor me deden.
Als een berg zag ik op tegen wat ik nu het ergst mis. Jullie.
1 Reactie
Wouw Lisa weer mooi geschreven, zo oprecht en eerlijk. Ik heb het geluk de zorgen lasten lusten te kunnen delen…! Hoe jij dat in je eentje doet, petje af. Wat een kanjer moeder zie ik voor me als ik dit lees. Hopelijk herstel je voorspoedig.