Krissie is moeder van twee pleegkinderen. Ze schrijft voor ons over het pleegouderschap. Deze keer over haar twaalfjarige pleegdochter Vera.
‘Hadden ze mijn pukkels niet even weg kunnen fotoshoppen?’ Met een ontevreden blik trekt Vera de jaarlijkse schoolfoto uit een grote witte envelop. Ik kijk over haar schouder mee. Haar zwarte haren zorgvuldig over één schouder gedrapeerd, haar lange benen elegant over elkaar heen gevouwen én een stralend brede lach: ik zie Vera op haar mooist. Ook met bril, beugel en beginnende jeugdpuistjes spat de vrolijkheid van haar af. Van kleins af aan lacht Vera met haar hele gezicht. Haar neusje krult in kleine rimpeltjes omhoog en haar donkerbruine ogen geven licht zodra ze iets grappigs hoort. Ik weet heus wel dat alle ouders hun kind mooi vinden, maar ik durf schaamteloos te beweren dat Vera echt de aller knapste is.
In groep één mocht ze ein-de-lijk voor het eerst met haar klas op de foto. De kleding die ze had uitgekozen hing al een week klaar op haar kamer. De dag ervoor kwam ze samen met haar juf de school uitlopen. Normaal stormde ze uitgelaten over het schoolplein, nu sjokte ze bedremmeld mijn kant op. ‘Ze is vanochtend flink gevallen. Na het buitenspelen struikelde ze en schoof ze zeker twee meter plat op haar buik de gang door. Ik heb mijn best gedaan het zo goed mogelijk te koelen.’ De juf wees naar Vera’s onderlip, die aan de linkerkant vuurrood en flink gezwollen was. ‘Moet ik morgen echt zo op de foto, mama?’ Vera’s dikke lip trilde en nog dikkere tranen biggelden één voor één over haar wangen naar beneden.
In de loop der jaren vond ze van alles van zichzelf: te dun, te dik, te klein… Hoe body positive ik ook door het huis paradeerde om maar het goede voorbeeld te geven, in haar hoofd werd Vera eindeloos geplaagd door talloze onzekerheden. ‘Ik vind je prachtig,’ zeg ik terwijl ik nog steeds mee tuur over haar rechterschouder. ‘Hmm, dat zeg jij altijd,’ moppert Vera, terwijl ze nauwgezet de pukkelfoto blijft bestuderen. ‘Weet je nog, je schoolfoto in groep één? Zal ik die er even bijhalen?’ Ik pak het fotoalbum uit de boekenkast. ‘Eigenlijk was ik toen best schattig mam. Kijk nou, dat staartje op mijn hoofd, en dat roze vestje. En ik lach zo blij.’ Voorzichtig leg ik de andere foto ernaast. ‘Kijk, van groep één naar groep acht. Wat een verschil hè?’ Vera zucht. ‘Toen had ik een dikke lip en nu heb ik pukkels. Maar ik ben vooral echt groot geworden. Dat is eigenlijk best wel nice mam.’ Samen zoeken we een mooie plek uit om de nieuwe foto op te hangen. Over fotoshoppen wordt door niemand meer gesproken.
Geen reacties