Miloe ging met haar dochter Nina en haar vriendin Nikki (beiden 8) naar de voorstelling Roos & Ariadne. Over een meisje dat niet boos kan worden (ook al heeft ze daar genoeg reden voor), en een ander die daar juist heel goed in is. Het deed Miloe denken aan haarzelf als meisje, en aan haar dochter die ook tijdens ruzies en pesterijen ineens verdwijnt. Leren we onze dochters eigenlijk wel dat boos zijn mag?
‘Het kan ons allemaal gebeuren,’ zegt Ariadne. ‘Jou. En jou. En jou.’ Ze loopt met grote passen door het publiek – dat op het toneel zit – en wijst her en der naar kinderen. ‘Dat iemand met rubberen laarzen op je hart stampt en alle lucht eruit loopt,’ gaat ze verder. Ariadne is boos, want Theseus, de jongen waar ze straalverliefd op is, heeft haar bedonderd. Terwijl zij hem nota bene redde uit het moeilijkste doolhof ooit, en uit de klauwen van een monster. De reeks namen die ze voor hem heeft bedacht zorgen voor hilariteit bij zowel het jongere als het oudere publiek: uitgedroogde viltstift, kapotte panty, aangebrande pannenkoek, leeggeplukt angora konijn. Ook bedenkt Ariadne wat ze met Theseus zal doen als ze hem nog een keer tegenkomt: zijn knieschijven verbrijzelen bijvoorbeeld.
Mijn 8-jarige dochter Nina kijkt met grote ogen naar de rond stampende Ariadne in haar rode jurk. Nina wilde graag plaatsnemen op het toneel, haar even oude vriendin Nikki vond dat wat spannender. Die opstelling maakt het publiek onderdeel van de voorstelling, wat het intens, maar inderdaad ook spannend maakt, vooral vanwege de vurigheid van Ariadne. Ik merk zelf hoe ongemakkelijk haar boosheid en stemverheffing voelt, en hoe weinig we dat eigenlijk zien in het dagelijks leven, vooral bij volwassenen. Boosheid vinden we ongepast, we gaan aardig en netjes met elkaar om en leren onze kinderen dat ze vooral kalm en rustig moeten doen. Meisjes belonen we bovendien al snel met het predicaat ‘lief’ als ze zich inderdaad zo gedragen.
Roos is zo’n typisch rustig, lief en aardig meisje. En dat terwijl ze genoeg heeft om boos over te zijn: haar moeders zijn net gescheiden, ze woont ineens in twee huizen en ze hebben haar hond Spikkel op Marktplaats gezet. Wel gaat ze regelmatig in de kast zitten waar niemand haar emoties ziet, of wacht met Spikkel buiten tot de scheldpartijen tussen haar moeders voorbij zijn. Ze is zoals veel kinderen, loyaal aan haar ouders, zij doen het toch ook niet expres? Roos doet me denken aan mezelf als meisje, en aan mijn dochter die ook tijdens ruzies en pesterijen ineens verdwijnt. Ook zij sluit zich op, letterlijk en figuurlijk.
Ariadne maakt het lieve meisjes syndroom belachelijk, lokt Roos uit de tent, duwt haar over een randje. Ze lijkt onaardig, maar doet eigenlijk iets heel moois: ze helpt Roos zich te uiten. Als ze haar boosheid er eindelijk uitgooit, voelt dat als een bevrijding. Eindelijk laat ze zichzelf zien, komt ze voor zichzelf op. Boosheid wegduwen kan best, bedenk ik me, maar zorgt wel voor een smeulend vuurtje in jezelf. Daarmee maken Roos en Ariadne inzichtelijk dat iedereen boos is, alleen zie je het niet altijd.
Voor veel kinderen van gescheiden ouders zal de voorstelling herkenbaar zijn en genoeg stof bieden om daarna een gesprek te voeren over hoe een kind die situatie eigenlijk ervaart. Vurige én minder vurige kinderen (en volwassenen) kunnen zichzelf terugzien in Roos of Ariadne, al roept Roos waarschijnlijk de meeste sympathie op. Nina en Nikki waren na afloop eensgezind: ‘Roos is de aardigste.’
De voorstelling Roos & Ariadne is nog tot en met 15 maart te zien in Leidsche Rijn Utrecht. Kijk hier voor meer informatie.
Geen reacties