Lees

Coronakilo’s

“Kom jij niet ontbijten, mama?”
Als de rest al aan tafel zit, sta ik me boven vol te kwasten met eyeliner en mascara. Als zij hun van tevoren zorgvuldig klaargelegde kleding aantrekken, trek ik een jurk uit een stapel om eraan te ruiken of-ie nog een dagje kan.
Als mijn dochter die vraag stelt, giet ik net, staand aan het aanrecht, een slok thee naar binnen en gooi een appel van de fruitschaal in m’n tas. Ik werp m’n tas over m’n schouder, pak m’n sleutels van het aanrecht en kijk op m’n horloge. Ik moet haasten, ik heb helemaal geen tijd voor vragen.

De ochtend is niet mijn moment, dat weten we allemaal. We hebben gelukkig een modus gevonden waarin man en kroost lekker hun ding doen en mij zo veel mogelijk met rust laten. Meestal schuif ik net aan tafel als zij klaar zijn. Maar de laatste tijd schuif ik helemaal niet meer aan. Dat heeft alleen niet meer te maken met mijn krappe ochtendplanning, maar met het feit dat ik niet meer ontbijt. Ik ben namelijk begonnen met intermittent fasting.

Het antwoord op de vraag van mijn dochter is ingewikkelder dan ‘ik heb geen tijd’ of ‘ik heb geen trek’. En ik weet niet zo goed wat het goede antwoord is. Ik wil namelijk afvallen. Een paar jaar terug kreeg ik een burn-out, gevolgd door een depressie en die zorgden ervoor dat ik binnen een jaar ruim tien kilo aan kwam. Ik had er geen moeite mee, meer Sanne is meer vreugd en mijn dikke billen mogen er zijn. Maar toen er een paar maanden geleden ook ineens coronakilo’s bijkwamen, vond ik het genoeg geweest. Helaas is gewicht verliezen voor mij als het halen van mijn rijbewijs: voor de theorie slaag ik altijd wel, de praktijk is echter weerbarstig.

Die praktijk, waarin ik altijd geleerd heb om het gezellig te maken met eten, dat je geen filmpje kunt kijken zonder chips, dat er bij een kop koffie een stuk chocola hoort en dat je iedere overwinning viert met taart (en iedere teleurstelling ook goedmaakt met taart), die wilde ik niet voor mijn kinderen. Ik wil dat zij een gezonde relatie met eten hebben en met hun lijf. Ik wil dan ook onder geen beding een ‘diëtende moeder’ worden. Ik wil niet voor mijn gezin lasagne maken en dan zelf alleen een salade eten. Ik wil mijn kinderen niet leren hoeveel calorieën er in een ijsje zitten. Ik wil geen woorden als ‘afvallen’ en ‘te dik’ gebruiken. Je bent goed zoals je bent, je bent meer dan een getal op een weegschaal.

Toch ben ik daar nu mee bezig. Niet omdat ik mezelf nu niet accepteer, maar omdat ik juist goed voor m’n lijf wil zorgen. Maar nog meer dan dat, wil ik een goed voorbeeld zijn voor mijn kinderen.

Ik loop naar m’n dochter, geef haar een kus en zeg: “Nee, ik eet straks op m’n werk. Veel plezier op school, lieffie.”
Ze knuffelt me en zegt: “Mmm, lekkere borsten.”

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter