Lees, Peuter

Buurmeisje

Ik zit in onze nieuwe tuin. Aan de ene kant van mijn stoel groeit het onkruid nog harder dan Benja de afgelopen weken deed en de andere kant is door de buurpoezen tot kattensnelweg gebombardeerd, waar uitwerpselen zonder consequenties geloosd kunnen worden. Om even niet over beide ik-snakte-echt-zelf-naar-een-tuin-maar-precies-niet-naar-deze-groene-vingers-klusjes na te hoeven denken, kijk ik strak vooruit terwijl ik de zweetdruppels van m’n voorhoofd veeg. Nooit geweten dat je met verf van kozijnen krabben zoveel calorieën kan verbranden. 

“Hallo. Hij moet plassen,” hoor ik opeens een meisje zeggen. Benja loopt met zijn handen tussen zijn benen achter haar aan de tuin in. Als ik hem binnen op het potje zet vraag ik wie zijn nieuwe vriendinnetje is. “Weet ik niet,” antwoordt hij.

“Hoe heet jij?” hoor ik hem vragen als ze terug naar de speeltuin lopen.
“Emma. En jij?”
“Benja.” 

Nog geen tien minuten later staan ze weer voor mijn neus. “Mama, ze vraagt of ik bij haar thuis een snoepje kom eten. Mag dat?” Ik realiseer me dat ik van deze vraag moet genieten zolang het duurt. Als hij achttien is vraagt hij me bij dit soort uitnodigingen vast niet meer om toestemming. Op hetzelfde moment dat ik ‘Ja’ zeg, roept een moeder verderop in de straat: “Emma, we gaan eten!” Terwijl het meisje enthousiast naar huis huppelt, taait Benja teleurgesteld af. “Ik wil een snoepje!” zegt hij boos. Emma hoort het nog net. “Kom me na het eten ophalen, dan krijg je dan een snoepje!” roept ze voordat ze naar binnen gaat. Zijn ogen lichten op. “Ja mama, mag dat?” 

Ik leg hem uit dat dat niet gaat. Dat we in ons nieuwe huis nog geen keuken en bed hebben, dus dat we weer teruggaan naar ons oude huis om daar te eten en te slapen. Mijn argumenten zijn niet sterk genoeg, want hij is ontroostbaar. Hij wil met Emma spelen. En zijn beloofde snoepje eten.  

Terwijl de tranen over zijn wangen stromen, maakt mijn hart een sprongetje. De belangrijkste reden dat we hier wilden wonen, is omdat we een plek zochten waar hij fijn kan opgroeien. Waar hij vriendjes kan maken en buiten op straat kan spelen. Dat dat nog voor we echt verhuisd zijn is gelukt, doet me alle onkruid en kattenpoep vergeten. 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter