Lees

Betoeterd

“Je maakt me zo ontzettend boos met wat je doet Mads!”, roep ik naar hem terwijl hij op tien centimeter afstand staat. Op zijn gezicht een grijns van oor tot oor met in zijn kielzog zijn peuterbroertje en daarachter een snelweg inclusief verbindingslussen en ingewikkelde klaverbladen. Op het laminaat getekend. Met potlood. En als ik verder kijk zie ik dat m’n witte kast inmiddels ook bruine strepen heeft en de rugleuning van m’n bank nu zeker een wasbeurt kan gebruiken.

Vijf minuten. Het waren vijf hele minuten die ik in de keuken stond om eitjes te bakken en broodjes te beleggen met worst en komkommer. De heren waren bekaf en er was geen land mee te bezeilen. Man niet thuis vanavond. Een uitgebreide maaltijd mij dus niet gezien. Maar zelfs deze simpele bereiding kostte al te veel tijd.

Tijdens die vijf minuten dacht ik trouwens dat ze lekker aan het spelen waren. Ik hoorde ze rennen en lachen. Wist ik veel dat het was omdat Mads ons interieur met een potlood aan het bewerken was. Toen ik op een gegeven moment omkeek en Jesse met een doekje in z’n hand achter Mads aan zag rennen kreeg ik een vreemd onderbuikgevoel.

“Ben je helemaal betoeterd!” Snauw ik Mads toe. “Pak jij ook maar gauw een doekje, en ga snel helpen.” Mads stamelt iets terug, wat ik negeer. Dan blijven in ieder geval alle fotolijstjes op de kast die geboend moet worden heel.

Een paar seconden later poetsen we samen de strepen weg. De jongens stilletjes. Ik met agressieve halen. Onze buurjongen van begin twintig loopt langs. Hij kijkt naar binnen en zwaait vriendelijk. Ik doe m’n best enthousiast terug te zwaaien. Maar ik ben nu boos op alles. Op mijn eigen jongens, op de vloer, op het doekje, op mijn man die er de hele dag inclusief avond niet is, en op de buurjongen. Met z’n toffe studie in een mooie stad. Met zijn gave stages bij multinationals, leuke bijbaan in de horeca, mooie feestjes en zijn studiereisjes. Geen kinderen die opgevoed moeten worden of schreeuwpartijen omdat ze elkaar weer in de haren vliegen.

Ik wil weer even terug naar mijn studietijd. Voor het gemak vergeet ik maar even dat ik me op die leeftijd ook behoorlijk druk maakte en onrustig was. Om hele andere dingen. Of de pasvorm van mijn broek zou verklappen dat ik die week een extra pizza had gegeten. En of mijn goudvis een lang weekend zonder eten zou overleven. Of dat het echt zo erg was om op fruit en groente te beknibbelen omdat een avondje stappen zoveel leuker was. En nodig.

Een kwartier later zitten we toch allemaal met het worst-komkommer-ensemble voor onze neus aan tafel. “Mama was heel erg boos Mads. Ik vond het echt niet grappig dat je op alles hebt getekend. Dat mag je echt niet meer doen, afgesproken?” Mads knikt voorzichtig. “Sorry mama,” komt er uit zijn mond. “Maar jij mag nooit meer toeter tegen mij zeggen. Want ik ben geen toeter. Oké?”

We moeten er allemaal om lachen. Dat studentenleven ambieer ik ineens helemaal niet meer.

 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter