Lees

Van rups tot vlinder

‘Heb je nog iets nieuws geleerd op school vandaag, Zora?’
Mijn dochter zit aan tafel uitgebreid te vertellen. Ik ben haar broer gewend die standaard ‘leuk’ of ‘gewoon’ roept als ik naar zijn schooldag vraag. Zora kwebbelt nog steeds dus ik ga er even bij zitten.
‘En we hadden een rups in de klas. En die zat in een cocon en die is nu een vlinder.’

Ik denk terug aan de afgelopen acht corona weken en dat ik voor mijn gevoel ook in een cocon zat. Na het uitbreken van het virus en het sluiten van de scholen ging ik in de overlevingsmodus. Ik was vooral gericht op mezelf, op mijn kinderen, op mijn gezin. Ik zag en sprak maar weinig mensen. Elke woensdag had ik een wekelijkse zoom-borrel met drie vriendinnen en dan was er die trouwe vriendin die me wekelijkse belde en vroeg hoe het ging. Ik leefde met de dag en met mijn ingewikkelde gedachtes spinde ik mijn eigen veilige cocon.

Af en toe kwamen er wat barstjes in dat cocon. Omdat ik mijn geduld verloor bij het uitleggen van de in mijn ogen echt heel simpele breuken en deelsommen van mijn zoon. Omdat ik echt even niet meer wist wat ik moest doen als mijn vierjarige dochter woest werd als ik haar niet wilde duwen op de schommel. Of omdat ik gek werd van al die videocalls die mijn man pleegde op zolder en daarna uitgeblust op de bank zat. Maar daarna sloot de cocon zich meestal weer en draaide ik me nog maar een keer om.

Ik verbaasde mezelf over het gemak waarmee ik mijn werk aan de kant zette

Al spinnend begon ik me te bezinnen op het afgelopen jaar. Hoe vond ik dat het mijn bedrijfje ging? Ben ik blij met hoe het gaat? Moeten er dingen anders? Ben ik klaar voor nieuwe stappen? Ik realiseerde me al snel dat ik niet alleen maar positief was. Waar kwam dat door? Toen de kinderen ineens thuis kwamen te zitten verbaasde ik mezelf over het gemak waarmee ik mijn werkzaamheden aan de kant zette. Tuurlijk, ik kon ook niet anders, want mijn werk bestaat uit het trainen en begeleiden van kinderen, maar toch. Doe ik wel wat ik echt wil? Heb ik plezier in mijn werk?

Mijn antwoord bleek; nee, niet echt. En onbewust draaide ik mezelf nog een stukje verder vast in mijn cocon en zat ik mijn kinderen nog meer op hun nek. En zo ploegden we een paar weken voort.

Wat ik niet door had, was dat ik óók aan het veranderen was. Dat ik mijn oude huid verloor en er een nieuwe, sterkere huid voor terug kreeg. Nu de scholen weer open zijn, lijkt mijn transformatieproces (bijna) voorbij. Zo vaak ik kan, spring ik op de fiets en snel ik mezelf naar mijn kantoor. Tijd voor mij, tijd om mijn vleugels uit te slaan. Ik loop over van de ideeën en ben druk aan het onderzoeken wat ik echt wil, waar ik echt blij van word. Voor het eerst sinds lange tijd heb ik het gevoel dat ik op de goede weg zit.

Naast me zit Zora nog steeds te vertellen. ‘En toen, mama, was er een prachtige vlinder met heleboele kleurtjes, mama, net als jou!’ Ik lach.

Ze moest eens weten waarom.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter