‘Huh, ben ik dat?!’ denk ik in een splitsecond. Ik kijk nog eens goed en besef dat ik het, gelukkig, niet ben. Al zijn er wel meerdere gelijkenissen.
Scrollend door mijn Facebook tijdlijn zie ik een foto van een moeder met haar zoon. De haren in een knot op het hoofd. Soort van spelend met haar kind. In de hand haar telefoon. Haar ogen gericht op dat laatste.
‘Your phone keeps you close to the people far away, but far away from the people close to you.’ De tekst bij het plaatje is nog confronterender dan de gelijkenissen. Shit, mijn baby is pas tien weken. Hier moet ik echt iets aan doen.
Het is heus niet zo dat ik de hele tijd op m’n mobiel kijk als ik mijn mannetje de fles geef of naast hem op het speelkleed lig. Wel ligt mijn telefoon doorgaans binnen handbereik en maak ik op het speelkleed vaak foto’s. Van hem, van ons samen. Ik ben in elk geval niet zo afwezig als de vrouw op de foto, stel ik mezelf gerust.
Maar die selfie van ons tweetjes temidden van bergen knuffels en boekjes, waarop mijn mini grijnst alsof ie wil zeggen: ‘kijk eens hoe leuk mama en ik het hebben!’ deel ik wel meteen via Whatsapp met mijn man. En als ik op dat moment net een appje binnen krijg van een vriendin, kan ik het niet laten om dat te openen. En ook maar gelijk te beantwoorden.
Ik kan mezelf proberen goed te praten – toch vind ik dat er iets moet gebeuren. Als mijn baby straks een peuter is, wil ik niet dat hij z’n moeder alleen maar herkent als ze een telefoon vast heeft.
Vanaf morgen gaat dat ding op vliegtuigstand en doe ik alleen nog maar de wifi aan als mijn spruit slaapt. Maar wat als mijn man me appt? Als er iemand is wie ik snel wil antwoorden, dan is hij het wel. En overmorgen vertrekken mijn ouders op vakantie. Zij willen natuurlijk continu op de hoogte worden gehouden van hun kleinzoon. Excuses genoeg om niet te doen alsof mijn huis een vliegtuig is.
Een dag later komt een vriendin samen met haar kleintje op bezoek. We spelen met de kindjes op het speelkleed, verplaatsen ons halverwege de middag naar buiten omdat het zo zonnig is, we drinken zelfgemaakte cocktails (lees: ranja met een rietje en zo’n kek parasolletje, die ik nog had van een feestje) en als de kleintjes aan het eind van de dag slapen in de box, ploffen wij kapot moe neer op de bank.
Ik pak m’n telefoon en zie dat ik drie gemiste oproepen, twintig nieuwe appjes en vijf Facebook-meldingen heb. Wat was dat even genieten, die digitale rust!
Geen reacties