Lees

Allemaal familie

Krissie is moeder van twee pleegkinderen (tien en elf jaar oud). Ze schrijft voor ons over het pleegouderschap. Vandaag over hun familiecontstructie die soms lastig uit te leggen is.

“Die wil ik!” Thomas’ vinger wijst vastberaden naar het taartje rechts in de vitrine. Hij is dieprood met een witte topping en erbovenop prijken donkerbruine chocoladekrullen. Het water loopt me in de mond. “Die prachtige red velvet cake voor ons graag,” zeg ik tegen de mevrouw achter de balie. “Ik ben bijna jarig.” Terwijl de vrouw haar best doet de taart heelhuids in een kartonnen doosje te manoeuvreren kletst Thomas honderduit. “Vandaag komen mijn papa en mama op bezoek.” De winkelbediende trekt vragend haar wenkbrauwen naar me op. Ik kijk achterom en zie een rij wachtenden achter ons staan. Laat maar, onze anders-dan-anders familieconstructie uitleggen duurt nu echt te lang.

Thuis klim ik op een stoel om slingers op te hangen. Drie minuten voor vijf parkeert er een auto voor de deur. “Papa en mama!” Thomas springt op en rent naar de hal. Het feest is begonnen. Zijn moeder draagt een grote Croky-doos en zijn vader maakt grapjes over chips als verjaardagscadeau, maar daar gelooft Thomas niets van. Gehaast grist hij het papier van maar liefst drie cadeautjes: een bouwset, bruisballen voor in bad én Minecraft Lego. Ik maak foto’s waar het genieten vanaf spat.

Terwijl Thomas nauwgezet alle stappen in het instructieboekje volgt om de Lego in elkaar te zetten haalt mijn man frietjes. “Aan tafel!” roept Thomas wanneer hij de voordeur hoort opengaan. Hij kiest een plekje tussen zijn ouders en ons in. Ik schep een klodder satésaus op mijn bord en vraag aarzelend hoe zijn ouders eigenlijk zijn naam hebben bedacht. Thomas woont alweer negen jaar bij ons, maar dit heb ik hen nog nooit durven vragen. Zou het te pijnlijk zijn, praten over de periode waarin zijn moeder mijmerend bladerde door een namenboekje, dromend over mini rompertjes en naar Zwitsal geurende babyhaartjes?

“Die heeft zij verzonnen hoor.” Thomas’ vader wijst gedecideerd naar moeder. “Ik heb hem vernoemd naar mijn opa,” vertelt zij op haar beurt. Thomas’ jongere zusjes, die ook in een pleeggezin wonen, hebben allebei dezelfde doopnaam gekregen, zo vertellen zijn ouders vervolgens. “Allemaal mooie namen,” knikt Thomas tevreden.

Dan is het tijd voor taart. “Wauw!” Er wordt een filmpje van gemaakt, zo’n exemplaar zie je tenslotte maar zelden. “Ik heb twee papa’s, twee mama’s, twee kleine zusjes en één grote.” Thomas vat het gesprek van zonet in één zin samen. “Eigenlijk zijn we allemaal familie, want we horen gewoon bij elkaar,” zegt Thomas’ vader plechtig. Hij geeft me een vette knipoog. Ik snijd door dikke lagen rood en wit en lach; dat had ik niet beter kunnen zeggen. Door ons gezin zijn mensen met elkaar verbonden geraakt. Ons ‘normaal’ is minstens zo bijzonder als een héle mooie taart.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

1 Reactie

  • Reageer Luversa 12 december 2020 at 09:37

    Wat mooi geschreven weer! 💗

  • Laat je reactie achter