Lees

Willem

Ik breek de schaal van mijn eitje door het puntje met één harde tik tegen het tafelblad te slaan. Ik draai ‘m om, peuter de gebarsten stukjes schaal van het eiwit en wacht op het geluid van Willem die van zijn kussen opstaat en me met zijn lieve snoet komt vragen of ik misschien een extra eitje voor hem heb gekookt. Maar meteen als ik het eerste stukje eierschaal tussen mijn vingers heb, weet ik dat het ruisen van de bolletjes piepschuim in zijn kussen uit zal blijven. Net als zijn gesnurk, het getik van zijn kwispelende staart op de vloer, zijn geslobber als hij water drinkt. Willem is dood.

“Kom nog even aan tafel zitten, we moeten iets belangrijks vertellen.” Zo kondig ik een paar weken geleden het nieuws aan. Ik zucht en zoek steun in de ogen van mijn lief. Ik zie al de hele dag op tegen dit moment. Lieve kijkt me doordringend aan terwijl ze op de stoel naast me schuift. Ik vertel over Willem, onze boxer die al bijna twaalf jaar is en die we steeds vaker ‘opa Willem’ noemen. Dat hij heel oud is, bijna niet meer van z’n kussen komt, niet meer zo graag naar buiten wil en dat hij pijn heeft. We leggen uit dat het leven voor Willem niet zo leuk meer is, want hij houdt van wandelen en spelen. Ze knikken. We vertellen dat we hem morgen mee zullen nemen naar de dierenarts, dat hij daar een spuitje zal krijgen en dat hij dan doodgaat. Lieves ogen lopen direct vol, ze werpt zich in m’n armen en huilt met grote uithalen. Pepijn vraagt welke kleur de spuit heeft.

Lieve vraagt of ze mee mag. Ik twijfel. Ik vind dat je kinderen niet weg hoeft te houden bij de dood en bij verdrietige gebeurtenissen, die horen nu eenmaal bij het leven. Maar ik heb ook verhalen gehoord waarbij het gebeuren niet zo vredig verliep en, voor mij het allerbelangrijkste, ik wil zelf de ruimte hebben voor mijn verdriet en niet bezig hoeven te zijn met het troosten van mijn kind. We hadden besloten ze niet mee te nemen, maar nu ze er zo nadrukkelijk om vraagt, weet ik dat niet meer zo zeker. Ik zeg dat ik er nog even over na wil denken.  

De volgende middag is het zover. Pepijn verheugt zich, hij mag namelijk naar de buren om daar een filmpje te kijken op de grote televisie. Lieve twijfelt nu toch. De buren zijn ook heel lief en ze hebben naast een grote televisie ook een grote snoeppot. Samen knuffelen en aaien we Willem extra uitgebreid en als ik beloof dat ik aan de dierenarts vraag om een stukje nagel mee te nemen, besluit ze toch om niet mee te gaan.

Als we terugkomen huilen we. Ik hang de riem aan het sleuteltje van de meterkast. Mijn verdriet hang ik ernaast. Er wordt een herdenktafeltje ingeruimd met een foto, een kaarsje en een tekening. ’s Avonds staar ik een hele tijd naar zijn kussen, dat daar zo groot en leeg ligt te zijn. Het avondwandelingetje dat mijn lief en ik altijd met hem deden, doen we nu met z’n tweeën.

Bijna twaalf is een zeer respectabele leeftijd voor een boxer. Bijna een derde van mijn leven heb ik met hem gedeeld. Hij was overal bij. Bij de geboortes van onze kinderen, de verhuizing, ons huwelijk. Mijn lief en ik waren pas een jaar samen toen we Willem in huis namen. Gekscherend noemden we hem ons ‘oefenkind’. Terugkijkend zie ik wel wat gelijkenissen. Gebroken nachten, zindelijk maken, consequent zijn. Al hebben we onze kinderen nooit bij opa en oma gebracht omdat we op zomervakantie gingen. En mogen zij wel op de bank.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter