“Ah nee, wist jij dat er gister een aanslag is geweest in Istanbul?” vraag ik geschrokken aan mijn man terwijl ik in bed nog even m’n iPad check. “Ja, dat was volop in het nieuws” antwoordt hij. Tja. Brandweerman Sam en Pieter Post volg ik op dit moment volop. Dit nieuws had ik even gemist.
Ik verdiep me in de berichten en zie beelden van gewonden, huilende mensen, ontredderde kinderen die wachten tot hun ouders terugkomen. Hopend dat ze terugkomen. Door het scherm van mijn tablet heen voel ik de wanhoop, angst en onmacht tot in mijn kleine teen. Ineens voel ik me zo kwetsbaar. Voor de zoveelste keer in korte tijd vraag ik mij af in wat voor wereld ik leef.
“Oorlog! Honger! Terreur! Moord! Armoede!” De vetgedrukte letters gillen over mijn scherm. Machteloosheid, angst en verdriet komen als een heet vuur door alles heen. Er heerst wereldbrand. En als klap op de vuurpijl lees ik ook nog iemand die schrijft dat “we er maar aan moeten gaan wennen.” ”Hoezo wennen?!” schreeuwt het in mij.
Is dit de plek waar mijn jongens gaan opgroeien? Waar gaan zij nog mee te maken krijgen in de toekomst? Ik wil niet wennen aan terreurdreiging, berichten over genocide of hongersdood. Angst en boosheid knijpen mijn keel dicht. Boosheid om wat wij elkaar op deze wereld aandoen. Angst voor het onbekende, voor dat wat ik niet in de hand heb. Voor wat ik niet kan voorkomen. Dit had ik allemaal niet bedacht toen ik het veilige plaatje van ons gezin schetste.
Aan de andere kant van de muur hoor ik de baby. Even later zit ik met warme melk en een slaperige baby op mijn arm in ons bed. Hij drinkt rustig, z’n ogen dicht. Ik zak dieper weg in de stapel kussens achter mij en kijk omhoog. Het is stil in huis. Het contrast met de chaos die ik net nog door de letters heen voelde is enorm. Hier in huis heerst vrede. Hier in huis is het veilig. Is het goed.
Ik blijf naar hem kijken. Ik luister naar z’n ademhaling. Ruik aan z’n haar. Kus z’n zachte armpjes. M’n hart vult zich met liefde. Wat ben ik ontzettend dankbaar voor de veiligheid en de vrede bij ons. Voor de rust en stabiliteit. Ik leg de baby terug in zijn bedje. Uit de kamer van z’n broer komt een zacht geluid van rammelend speelgoed. Als ik z’n kamer binnensluip, ligt hij heerlijk te slapen. Ik glimlach naar hem en trek de deken iets verder over hem heen. Ook hier is het goed.
Terug in bed besef ik dat de liefde die ik nu voel nodig is om de angst en de haat buiten te sluiten. Ik geloof in Liefde met hoofdletter L. Ook al lijkt het niet zo als je het nieuws volgt, ik geloof dat er meer liefde dan haat is in de wereld. Ik hoop en bid dat die Liefde meer zichtbaar wordt en de wereld gaat overmeesteren. Zodat de wereldbrand wordt geblust. Zodat alle kindjes binnenkort in dezelfde rust en vrede slapen als die van mij nu.
Geen reacties